This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Sociaal maatschappelijk
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Begrip: subcultuur en tegencultuur
Een subcultuur is een onderdeel van een grotere cultuur, waarin afwijkende normen, regels, waarden en doelen gelden.
Een tegencultuur is een cultuur die zich verzet tegen de dominante cultuur.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Materieel en immaterieel cultureel erfgoed
Wat is wat?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat heeft deze afbeelding te maken met cultuur?
Slide 9 - Slide
globalisering
Globalisering is het wereldwijd worden of maken van productie, producten, mensen, communicatie en ideeën.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
https://vimeo.com/981895982
Slide 12 - Slide
Opdracht: jouw eigen label
1. Schrijf een woord op dat beschrijft hoe jij denkt dat anderen jou (onterecht) zien. Laat dit aan je medestudenten zien.
2. Zet een streep door dit woord en schrijf een woord op dat beschrijft hoe jij jezelf ziet.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Begrip: persoonlijke identiteit
Je persoonlijke identiteit: de kenmerken die jou onderscheidden van anderen, zoals je uiterlijk, gedrag, afkomst, interesses, hobby's, karakter en overtuigingen.
Slide 15 - Slide
Denken in hokjes?
Doen we dat?
Blijven we dat nog doen?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat willen jullie in dit onderwerp nog meer behandelen?
Onderwerp: Sociaal maatschappelijk.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Groepsgedrag of kuddegedrag?
Slide 22 - Slide
Het filmen van een incident zou verboden moeten worden
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Je bent in de supermarkt en besluit dat je een product toch niet meer wilt kopen. Wat doe je?
A
ik loop terug naar het schap en leg het terug
B
ik vraag aan de medewerker of hij of zij het wil terugleggen
C
ik leg het neer in een schap waar ik nu sta, de medewerkers motten toch werken
Slide 25 - Quiz
Je blikje cola is op. Je ziet geen prullenbak in de buurt maar wilt wel jouw afval kwijt. Wat doe je?
A
ik houd het even vast, als ik echt niets zie dan gooi ik het op straat
B
ik houd het vast tot ik een prullenbak zie
C
ik gooi het op de grond, dan hadden er prullenbakken moeten staan
Slide 26 - Quiz
Je komt met jouw fiets tegen een andere auto aan. De schade is bijna niet te zien. Niemand anders is in de buurt. Wat doe je?
A
ik kijk of iemand mij heeft gezien, als dat zo is, dan laat ik een briefje achter
B
ik laat mijn gegevens achter, ik zal de schade vergoeden
C
ik kijk of de eigenaar het heeft gezien, anders fiets ik snel door
Slide 27 - Quiz
Je zit in de stiltecoupé van de trein en je telefoon gaat. Wat doe je?
A
ik neem op en voer mijn gesprek
B
ik stuur een bericht dat ik niet op kan nemen
C
ik neem op en zeg dat ik in de stiltecoupe zit
Slide 28 - Quiz
Voor jouw verjaardag is een etentje georganiseerd. Waar is jouw telefoon?
A
naast mij op tafel, als iemand mij appt kan ik snel reageren
B
in mijn hand, waar anders, ik moet toch leuke snaps maken
C
waarschijnlijk in mijn tas, ik geniet van het moment
Slide 29 - Quiz
een zwangere vrouw stapt in de bus en de bus zit vol wat doe je?
A
ik sta op
B
ik blijf zitten
C
ik kijk of er niemand anders opstaat, zo niet dan sta ik op
Slide 30 - Quiz
Hoe kunnen we de maatschappij stimuleren om goed gedrag te vertonen?