Grammatica 4.3

1 / 21

Slide 1: Slide

NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhalen: 4.2 Tussenletters

Slide 2 - Slide

Geef zo veel mogelijk voorbeelden van samenstellingen.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

Dorpstraat

Dorpsstraat

Pannekoek

Pannenkoek

Slide 5 - Quiz

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

Roggebrood

Roggenbrood

Groentenboer

Groenteboer

Slide 6 - Quiz

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

Beremuts

Apentrots

Berenmuts

Apetrots

Slide 7 - Quiz

Liefdesscène

Woningsector

Woningssector

Liefdescène

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

4.3 Aan elkaar of los?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag

Maak alle opdrachten van 4.3 Aan elkaar of los.

TIP:

Via deze link kom je bij zes extra oefeningen.

https://www.cambiumned.nl/theorie/spelling/spellingsregels/aan-elkaar-of-los/

Slide 17 - Slide

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Hoe vond je eigen houding tijdens de les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Heb je het leerdoel behaald?
(Je weet wanneer je woorden aan elkaar schrijft (3x) en wanneer je een koppelteken gebruikt (6x)

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Slide

Grammatica 4.3

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Slide

More lessons like this

Grammatica 3.5 Aan elkaar of los?

Grammatica 3.5 Aan elkaar of los?

§4.2 Tussenletters + §4.3 Aan elkaar of los?

3.3 §4.2 Tussenletters + §4.3 Aan elkaar of los?

2022 tussenletters + aan elkaar of los?

P2 Spelling les 5

Herhaling woorden + spelling

3.4 Aan elkaar of los