Deel 2 welbevinden

Les gezondheidskunde
Deel 2 welbevinden



Gezondheid is dynamisch!



1 / 25
next
Slide 1: Slide
Pers. VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les gezondheidskunde
Deel 2 welbevinden



Gezondheid is dynamisch!



Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt:
  •  vertellen wat gezondheid en welbevinden is
  • vertellen wat objectieve en subjectieve signalen zijn
  • aandachtspunten benoemen voor een gezond lichaamsgewicht
  • vertellen waar je op let als iemand ziekteverschijnselen heeft
  • vertellen wat het verschil is tussen een eetprobleem en een eetstoornis
  • aandachtspunten benoemen voor een gezonde slaapritme

Slide 2 - Slide

Lesindeling
Herhalingsvragen vorige les
Filmpje positieve gezondheid
Eetprobleem/eetstoornis
Thieme opdrachten

Slide 3 - Slide

Ziekteklachten die voor een ander waarneembaar zijn, noem je ............
symptomen.
A
Objectieve symptomen
B
Subjectieve symptomen

Slide 4 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief?
Moeheid
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 5 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief?
Braken
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 6 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief?
Pijn
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 7 - Quiz

Is de klacht subjectief of objectief?
Opgezette klieren
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Pijn heeft altijd een lichamelijke oorzaak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Positieve gezondheid
Kijk en luister aandachtig en geef aan of je dezelfde kijk hebt op gezondheid.

Slide 10 - Slide

Overgewicht en obesitas
Nadelen te hoog lichaamsgewicht
- meer kans op hart- en vaatziekten, 
- diabetes type 2,
- te hoge bloeddruk,
- overbelasting van je lichaam,  
- gewrichtsaandoeningen

Slide 11 - Slide

Ondergewicht
Nadelen te laag lichaamsgewicht
- weinig weerstand, (sneller ziek)
- stoornissen (uitblijven menstruatie)
- verhoogde kans op (orgaan) ziektes (ondervoeding)
- botontkalking


Slide 12 - Slide

Wat is een eetstoornis

Slide 13 - Open question

Eetstoornissen
Een eetstoornis is geen eetprobleem.
  • Anorexia Nervosa, komt veelal voor bij jongens en meisjes in de puberteit
  • Boulimia Nervosa, drang tot eten niet onder controle, eetbuien wisselen zich af met drang tot afvallen 
  • Orthorexia Nervosa, extreem gezond eten, b.v. alleen rauw voedsel

Slide 14 - Slide

Eetstoornissen
  • Binge Eating Disorder, continue kunnen eten, onverzadigbaar, vaak genetisch, minderwaardigheidscomplex.
  • Pica, het eten van oneetbare voorwerpen, glas, krijt, steen, (vaak bij een verstandelijke beperking).
  • Rumineren, het eten komt vanuit de maag terug in de mond, (vaak bij (meervoudige) beperking)

Slide 15 - Slide

Wanneer je gewicht in verhouding tot je lengte te hoog is heb je?
A
overgewicht
B
ondergewicht

Slide 16 - Quiz

Welke beweringen is waar?
A
Bij ondergewicht wordt je niet snel ziek
B
Ondervoeding wordt veroorzaakt door overgewicht
C
Obesitas veroorzaakt gezondheidsproblemen

Slide 17 - Quiz

Welke bewering is niet waar.
A
Bij een BMI van 24 heb je een gezond gewicht
B
Bij een BMI van 30 ben je morbide obese
C
De BMI en tailleomvang bepalen samen een gezond gewicht
D
Bij een BMI van 18 heb je ondergewicht

Slide 18 - Quiz

Welzijn is de mate van welbevinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

De beleving die iemand heeft van zijn gezondheid, is objectief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Een te hoog of te laag lichaamsgewicht kan ziekte veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een te hoog of te laag lichaamsgewicht kan het gevolg zijn van een ziekte.
A
juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Een ander woord voor overgewicht is obesitas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Ondervoeding komt zelden voor in Nederland.
A
juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Tot slot
Maak de volgende opdrachten in Thieme
Boek persoonlijke verzorging
Thema 2:Hoofdstuk 8 Lichamelijk welbevinden
Vraag 1a - 5b

Slide 25 - Slide