ALFA - Technisch lezen - Diglin lijst 1 herhaling dag 1-3

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Diglin lijst 1 

dag 1
dag 2

dag 3

a

k      a       t

k----a----t

kat

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

m      a       n

m----a----n

man

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

m      a       n

m----a----n

man

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

p      a       n

p----a----n

pan

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

kat

kam
kan
 

map

man  mat

pan

pak  

pakt

Ik    pak    de   kat.
Ik    pak    de   pan.

Ik    pak    de   map. 

Ik    pak    de   kam.

Ik    pak    de   kan.

De kat zit in de pan.
De kat zit in de boot.
De kat zit in de boom.

 

De kat zit in de pan.

De kat zit in de boot.

De kat zit in de boom.

Zet de plaatjes op de goede plek. 
De leerlingen moeten nu zelf de woorden lezen!

De map is in de kast.
Het pak is in de kast.
De man is in de kast. 

De man is in de kast.

De map is in de kast.

Het pak is in de kast.

Zet de plaatjes op de goede plek. 
De leerlingen moeten nu zelf de woorden lezen!

oo

b      oo       t

b---oo---t

boot

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

b      oo       m

b----oo----m

boom

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

r      oo       s

r----oo----s

roos

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

roos

rook 
room   

boom

boon boot

noot

kool 
zoon

Ik    zie    de   noot.
Ik    zie    de   kool.

Ik    zie    de   rook. 

Ik    zie    de   boot. 

Ik    zie    de   roos.

De boon is in de pan.
De roos is rood. 

Ik zie rook op de boot. 

De boon is in de pan.

De roos is rood.

Ik zie rook op de boot.

Zet de plaatjes op de goede plek. 
De leerlingen moeten nu zelf de woorden lezen!

De man eet een noot. 
De man eet kool.
De zoon zit in de boom. 

De zoon zit in de boom.

De man eet een noot.

De man eet kool.

Zet de plaatjes op de goede plek. 
De leerlingen moeten nu zelf de woorden lezen!

ie

t       ie       n

t---ie---n

tien

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

r      ie       m

r----ie----m

riem

Laat de leerlingen eerst de letters verklanken. Vervolgens houden ze de letters langer aan en als laatste lezen ze het woord helemaal. 

riem

riep riet   

vies
vier 
viel 

biet
tien 

kies

De noot is vies. 

De zoon is vier.

  Ik pak de riem.

 De biet is niet in de boom.

reem
reim
rein
riem roen 

  

vier 
veil 

vees

vies

voer

bit beet

boet
biet
beit 

reem
reim
rein
riem roen 

  

vier 
veil 

vees

vies

voer

bit beet

boet
biet
beit 

reem
reim
rein
riem roen 

  

vier 
veil 

vees

vies

voer

bit beet

boet
biet
beit 

klaar!