HV1F 20 maart werkwoordspelling pvvt

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. Leg je iPad gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Leerdoelen:

1.  Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
   
2.  Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het meervoud juist spellen.
   

1.  Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
2.  Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het meervoud juist spellen.
   

Sterk of zwak?

DENKEN

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

tennissen

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

sterk werkwoord

zwak werkwoord

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen

Stam      = Fiets

-> Fietste(n

hele ww= Geloven

stam      = Gelov

-> Geloofde(n)

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.

- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:

Vliegen - Vlogen

Lopen - Liepen

Roepen - riepen

Alle tijden in een stroomschema:

+T

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
verhuizen

1. sterk
2. zwak

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Aan de slag!

* Maak de opdrachten op het werkblad

* Fluisteren mag nu niet.

* Vragen moet je even bewaren, sla over en ga door.

Aan de slag!

* Werk zelfstandig en stil. 

* Maak het werkblad af.

Klaar? 

- Ga verder met de taak voor jouw bonuspunt.

- Oefen bij 'trainen'. 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd