HV2F - 10-03-2022 - V2 CH1C

HV2F ~ français ~ 10-03-2022

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HV2F ~ français ~ 10-03-2022

Slide 1 - Slide

Les objectifs du cours dernier (lesdoelen)

  • Je kunt een gesprek over vakantie begrijpen.

  • Je kent woorden die te maken hebben met vakantie(landen).

  • Je weet hoe je de leerstof kunt verdelen.









Slide 2 - Slide

Les objectifs du cours (lesdoelen)

  • Je kunt het werkwoord aller vervoegen.

  • Je weet hoe je de é en de è uitspreekt.

  • Je kunt een gesprek voeren over vakantie.

Slide 3 - Slide

Devoirs pour 14-03-2022


  • Faire: opnieuw maken open gezette opdrachten $A

  • Apprendre: werkwoord aller en phrases-clés C en voorzetsels voor landen en steden

  • Herhalen: être + avoir

Slide 4 - Slide

Le programme

  • Werkwoord aller
  • Uitspraak é en è
  • Phrases-clés C
  • Voorzetsels voor landen en steden
  • Parler

Slide 5 - Slide

Werkwoord aller

Hoe zat het ook alweer met avoir en être?
Schrijf de rijtjes in je schrift. 2 minutes

Slide 6 - Slide

Werkwoord aller

Je vais
Tu vas
Il/elle/on va
Nous allons
Vous allez
Ils/elles vont

Slide 7 - Slide

Le programme

  • Werkwoord aller
  • Uitspraak é en è
  • Phrases-clés C
  • Voorzetsels voor landen en steden
  • Parler

Slide 8 - Slide

Uitspraak é en è

é -> als in zee

été              passé             rentrée

è -> als in gek

frère              collège               très

Slide 9 - Slide

Le programme

  • Werkwoord aller
  • Uitspraak é en è
  • Phrases-clés C
  • Voorzetsels voor landen en steden
  • Parler

Slide 10 - Slide

Phrases-clés C

1. Comment vas-tu?
Ça va bien! / Pas mal.

2. Tu as passé de bonnes vacances?
Oui, c'était super!

Slide 11 - Slide

Phrases-clés C

3. Tu as été ?
J'ai été en Italie en voiture.

4. Avec qui?
Avec mes parents et mon frère.

Slide 12 - Slide

Phrases-clés C

5. Il a fait beau?
Oui, il a fait chaud. / Il a fait 28 degrés.

Slide 13 - Slide

Le programme

  • Werkwoord aller
  • Uitspraak é en è
  • Phrases-clés C
  • Voorzetsels voor landen en steden
  • Parler

Slide 14 - Slide

Voorzetsels voor landen en steden

Voor steden -> à
Voor landen/werelddelen -> au / en / aux

au -> laatste letter is niet e of s (Maroc, Danemark)
en -> laatste letter is een e (France, Italie)
aux -> laatste letter is een s (Pays-Bas, États-Unis)

Slide 15 - Slide

Voorzetsels voor landen en steden

___ Suisse
___ Saint-Martin
___ Comores
___ Allemagne
___ Seychelles

Slide 16 - Slide

Le programme

  • Werkwoord aller
  • Uitspraak é en è
  • Phrases-clés C
  • Voorzetsels voor landen en steden
  • Parler: ex. 14

Slide 17 - Slide

Les objectifs du cours (lesdoelen)

  • Je kunt het werkwoord aller vervoegen.

  • Je weet hoe je de é en de è uitspreekt.

  • Je kunt een gesprek voeren over vakantie.


Slide 18 - Slide