De Verlichting en Franse Revolutie

Pruiken en Revoluties
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Pruiken en Revoluties

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen
  • Introductie


  • Uitleg
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Herhaling regels en verwachtingen

  • Als ik praat, is het stil
  • Als ik mijn hand op steek is het stil
  • We blijven van elkaars spullen af
  • We gaan met respect met elkaar om 
  • Schelden met ziektes, daar stoppen we mee in mijn les

Slide 3 - Slide

Welke leerdoelen?

  • Ik kan uitleggen wat de Verlichting is


  • Ik kan de oorzaken en gevolgen van de Franse revolutie herkennen en uitleggen.










Welke werkdoelen?
1. Maak de opdrachten in de portal:
  • Beantwoord de vragen over Lodewijk XIV 
  • Maak de oefening over verlichte denkers
  • Maak de opdracht over de spotprent

2. Lees de leertekst en beantwoord de leerdoelen in een kort verslag van.




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Tijd van pruiken en revoluties
1700-1800

Slide 7 - Slide

Nieuwe ideeën in de 18e eeuw
Door wetenschappelijk revolutie en uitvindingen in de 17e eeuw onstaan nieuwe ideeën over mensen en het leven


Slide 8 - Slide

Nieuwe ideeën
 Verlichting: Idee dat alles met het verstand kan uitgelegd  worden. DENK VOOR JEZELF!




 Verspreiden van deze ideeën?
Nieuwe ideeën komen op: Mensenrechten (zoals vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting) en gelijkheid voor de wet

Slide 9 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
Geleerden begonnen na te denken over de ideale samenleving en verbeteringen in het bestuur. Er zijn filosofen uit deze tijd die bekend zijn geworden om hun ideeën: mensen zijn gelijk en vrij (Voltaire)

Gevolg
  • Minder luisteren naar de kerk
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (abolitionisme)

Slide 10 - Slide

Er komen 6 controlevragen aan... 
Ter controle

Slide 11 - Slide

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat gooiden de Verlichters onder de guillotine?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature slecht
D
De macht van het volk

Slide 12 - Quiz

De verlichte denkers waren VOOR de standenmaatschappij
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Tijdens de verlichting kwam er kritiek op de standenmaatschappij, in strijd met welk verlichtingsideaal is de standenmaatschappij?
A
Vrijheid
B
Broederschap
C
Gelijkheid
D
volkssoevereiniteit

Slide 14 - Quiz

Wat is de Verlichting?
A
Een nieuwe manier van denken
B
Een ander woord voor wetenschappelijke revolutie
C
De Renaissance

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de standenmaatschappij?
A
De eerste stand was de de geestelijkheid De tweede stand was de adel De derde stand waren de boeren
B
De eerste stand was de adel de tweede stand waren de boeren De derde stand was de geestelijkheid
C
De eerste stand was de adel De tweede stand was de geestelijkheid De derde stand waren de boeren
D
De eerste stand was de geestelijkheid De tweede stand waren de boeren De derde stand was de adel

Slide 16 - Quiz

Wat is een standenmaatschappij?
A
Een samenleving waarin iedereen gelijk was.
B
Een samenleving zonder koning of keizer.
C
Een samenleving waarin de geestelijken alle beslissingen maakten.
D
Een samenleving waarin sociale verschillen tussen mensen worden vastgelegd

Slide 17 - Quiz

Maak aantekeningen

Slide 18 - Slide


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 19 - Slide

Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 20 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 21 - Slide

Misoogst
1788


  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 22 - Slide

Frankrijk gaat failliet
mei 1789


  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI (!!!!!) wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 23 - Slide

Onvrede in de derde stand

  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 24 - Slide




De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting of afschaffing van de privilieges. 
Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 25 - Slide

Eed op de kaatsbaan
juni 1789


  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 26 - Slide


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.

Slide 27 - Slide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 28 - Slide

Bestorming van de Bastille
14 juli 1789


  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 29 - Slide

Oorzaken Franse Revolutie
  1. De grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid door de standenmaatschappij.
  2. 1787-1788; Oogsten mislukten, waardoor er een voedseltekort ontstaat
  3. Het geldtekort van de Franse staat, dus Lodewijk de XVI wil de belasting gaan verhogen (1789).
  4. Het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur.

Slide 30 - Slide

Oorzaken Franse Revolutie
Schatkist raakt steeds verder leeg
Alleen derde stand betaald belasting
1787-1788; Oogsten mislukten
Lodewijk de XVI wil de belasting gaan verhogen

Slide 31 - Slide

Oorzaken Franse Revolutie
  1. Burgers waren boos over de voorrechten van Adel en geestelijkheid (stand 1 en 2)
  2. Arme mensen/boeren waren boos door hoge voedselprijzen
  3. Hoge belasting voor de derde stand  

Slide 32 - Slide

Workshop

Slide 33 - Slide

Missie van trede 1
Heb je hem nu niet gehaald? Kun je hem uiterlijk volgende week vrijdag (11 november) opnieuw inleveren. We hebben dan geen les, maar ik en jullie zijn wel op school. 

Ik ben in de docentenkamer, ben ik daar niet? Dan surveilleer ik. Lever het dan bijvoorbeeld bij de receptie in. 


Slide 34 - Slide

Welke leerdoelen?

  • Ik weet wie Lodewijk XIV was en wat absolutisme is

  • Ik weet hoe de bevolking in Frankrijk was verdeeld

  • Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij is








Welke werkdoelen?
1. Maak de opdrachten in de portal:
  • Beantwoord de vragen over Lodewijk XIV 
  • Maak de oefening over verlichte denkers
  • Maak de opdracht over de spotprent

2. Lees de leertekst en beantwoord de leerdoelen in een kort verslag van.




Slide 35 - Slide

Hoe werken we in een workshop?

  • We werken alleen in stilte
  • We werken aan geschiedenis met ons logboek open
  • Bij vragen steek je je hand op
  • Je mag oortjes in

Praten = op het bord = blijven zitten na 15:00 


Slide 36 - Slide