Persoonsvorm

Persoonsvorm
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Persoonsvorm

Slide 1 - Slide

In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm
  • Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
  • Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of andersom, verandert de persoonsvorm.

Slide 3 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:

"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 4 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:
"Wat is de persoonsvorm in deze zin?"
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 6 - Quiz


Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.

Slide 7 - Open question

Noteer de persoonsvorm.

"Mevrouw Bogaard probeert de persoonsvorm uit te leggen."


Slide 8 - Open question


Noteer de persoonsvorm.

"In een safaripark lopen de dieren vrij rond. "

Slide 9 - Open question

Zelfstandig werken
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Nieuw Nederlands, cursus 5 Grammatica, paragraaf 2 persoonsvorm, opdracht 2, 3, 4, 5 en 6. 
Hoe?
Chromebook.
Hulp?
Docent.
Tijd?
60 minuten.
Uitkomst?
Je kunt de persoonsvorm in de zin vinden. 
Klaar?
Lezen in je leesboek. 

Slide 10 - Slide