HNE Duits HNE V2 Blok 2, Krampus

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Herzlich willkommen im Deutschunterricht!

Dienstag 5. Dezember 2023

Woche 49, Herbst 

Was machen wir heute?

• ein bisschen Grammatik
  
• Landeskunde
• Film

Kurz wiederholen:

Voor het zelfstandig naamwoord staat vaak een lidwoord: 

de of het in het Nederlands. In het Duits: der / die of das

DER = mannelijke woorden

DIE = vrouwelijke woorden

DAS = onzijdige woorden (het-woorden)

DIE = meervoud woorden

bepaald lidwoord

Duitse woorden

der

die

das

die (meerv)

Jetzt

Als het lidwoord ONBEPAALD is (dus het gaat niet over een specifiek ding/mens/zaak) dan gebruik je in het Nederlands

                                             een => ein in het Duits

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is krijg je in dat geval                                                       EINE 

Bij onzijdig en mannelijke woorden blijft het ein- (dus zonder e)

onbepaald lidwoord

OEFENEN

de vrouw  - ________ Frau                       de broer - ________ Bruder

een vrouw - _________ Frau                   een broer - ________Bruder

het boek - ________ Buch                       de ouders - _______  Eltern

een boek - ________ Buch                      

Es gibt wenig Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland.

1. richtig
2. falsch

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenken zu bekommen.

1. richtig
2. falsch

In Deutschland helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.

1. richtig
2. falsch

00:56

Waar komt de Nikolaus-Stiefel (schoen) vandaan?

1. Mensen zetten vroeger hun schoenen buiten en dat leek Nikolaus een mooie gelegenheid om er wat in te doen.
2. Een arme man moest op een gegeven moment zijn dochters prostitueren omdat ze geen geld hadden, daarom stopte Nikolaus goud in de schoen
3. Nikolaus had zelf een paar grote schoenen waar heel veel in pastte. Hij zette dan zijn schoen gevuld met goud aan de deuren.

01:09

Wat heeft Ruprecht met het verhaal van Nikolaus te maken?

1. Niets, hij werd er bijgehaald om boos en goed te vertolken.
2. Veel, Ruprecht was de vriend van Nikolaus
3. Niets, Ruprecht stal het geld uit de schoenen

Nikolaus heeft verschillende helpers

Krampus, Buttenmandl oder Ruprecht

00:49

Welke dingen heeft Niklaus altijd bij zich?

02:04

Wat hoor je over de 9-jarige David

1. Hij speelt trompet en voetbal.
2. Hij speelt viool en doet aan voetbal
3. Hij speelt trompet en danst.
4. Hij speelt trompet en doet aan volleybal.

Hoe ziet Ruprecht er in het filmpje uit?

1. donkerbruine baard, lichtbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een roe bij zich
2. donkerbruine baard, donkerbruine haren, donkerbruine kleding, draagt een zak bij zich
3. donkerbruine baard, donkerbruin haar, lichtbruine kleding, draagt een zak en roe bij zich
4. lichtbruine baard, lichtbruin haar, donkerbruine kleding, draagt een roe en zak bij zich

Waar staat Ruprecht symbool voor?

1. liefde
2. rijkdom
3. eerlijkheid
4. bedreiging

Wat denk je is de rol van Knecht Ruprecht?

1. Hij deelt snoep uit.
2. Hij slaat kinderen met zijn roe.
3. Hij komt cadeautjes brengen.
4. Hij bestraft maar deelt ook mandarijntjes en snoep uit.

Nikolaus und Knecht Ruprecht

• in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  
• Begleiter des  Nikolaus
• Ruprecht hatte eine Rute mit
• Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
• Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!
  

00:33

Wat gebeurt er voordat ze de huizen en boerderijen gaan bezoeken?

1. Ze geven de boerin wijwater
2. Ze bidden
3. Ze drinken een borrel
4. Ze bidden en worden met wijwater gezegend

01:34

Met hoeveel personen gebeurt het inpakken van iemand in stro?

1. 5
2. 2
3. 3
4. 1

01:43

Wie lange dauert (duurt) das Einbinden?

02:55

Hoe heten de maskers die opgezet worden?

1. Larven
2. Masken
3. Fliege
4. Bremse

03:46

Wie zitten de Buttenmandl het liefste achterna?

1. iedereen
2. jonge vrouwen
3. mannen
4. kinderen

Nikolaus und der Buttenmandl

-In Berchtesgaden, einer Stadt in Bayern (und Umgebung)

-Nicht nur Kinder werden bestraft, aber auch Erwachsene

-Buttenmandl sind in langes, gedroschenes Stroh eingebundene Männer

-Sie tragen schwere Kuhglocken

 

0

En zo gaat het er dan aan toe bij een huisbezoek....

Hoe heet het personage uit de video?

1. Wodan
2. Balder
3. Krampus
4. Nerthus

Het is Krampus! Waar komt zijn naam vandaan?

1. Hij heeft altijd last van Hij heeft last van "krampen", daarom maakt hij ook van die rare geluiden.
2. Het is de Germaanse benaming voor "demon"
3. Het is de Oudhoogduitse benaming voor "klauw"
4. Het is de Oostenrijkse benaming voor "Piet"; hij is de knecht van Sinterklaas!

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?

1. Helft geit, voor de helft demon
2. Helft tuig, voor de helft demon
3. Helft gestoorde, voor de helft demon
4. Helft duivel, voor de helft demon

Wat doet Krampus volgens de legende met stoute kinderen?

1. Hij neemt ze mee naar Spanje.
2. Hij neemt ze mee, kwelt ze en eet ze op.
3. Hij stopt ze in een mand en verstopt de mand in het bos.
4. Hij straft ze met de roe.

Was ist der Krampuslauf?

1. In Bayern und Österreich bringt Krampus Geschenke.
2. In Bayern und Österreich: jedes Jahr Krampusläufe organisiert.
3. Es ist ein jahrlicher Aufzug mit vielen verschiedenen Krampussen.

Hoe kwam Krampus in 2015 ineens wereldwijd in de aandacht?

1. President Trump vertelt erover in een tweet
2. Mensen kwamen er tegen in opstand
3. Sint Niklaus wilde niet meer met Krampus werken
4. Er kwam een speelfilm uit

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet Nikolaus
• Die machen Paraden durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)
  

Schokolade

Mandarinen

der Nikolaus

der Sack

die Rute

das Geschenk

der Dezember

1. A = Krampus, B = Buttenmandl, C = Ruprecht
2. A = Ruprecht, B = Buttenmandl, C = Krampus
3. A = Buttenmandl, B = Krampus, C = Ruprecht

Was haltet ihr von das St. Nikolaus Fest in die DACH-Länder?

* Ich finde es ....

*Ich finde die Tradition in Deutschland / der Schweiz / Österreich ...

*Die Tradition in Deutschland / der Schweiz / Österreich mag ich, weil es ...

* Ich mag es, weil ....

gruselig, erschreckend, beeinduckend, interessant,  merkwürdig, spannend, blöd, toll, lächerlich, 

De doelen van deze les waren:
1) meer te weten komen over de traditie rond Sinterklaas in de DACH-Länder?
2) Kijk- en luistervaardigheid trainen
3) Woordenschat rond het thema vergroten
Heb jij 1 of meer van de doelen bereikt, zo ja welke en licht dit toe
Tips en tops voor de docent zijn ook welkom.

Welk cijfer geef je deze les?
1 = mwoa
3 = ok
5 = smaakt naar meer

15

Zum Schluß...

Wat is jouw lievelingshulpje van Sinterklaas?