Opfrisser

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-3

Opfrisser

Welkom bij deze korte opfrisser.

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Jan harkt de bladeren in de tuin bij elkaar.

1. de bladeren
2. harkt
3. Jan
4. bij elkaar

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
Wat vind jij van deze vragen?

1. vind
2. jij
3. deze vragen
4. Wat

Vul in:
Jan (fietsen) naar de kapper in het volgende
dorp. (tt)

Vul in:
Gisteren (branden) de brandweerkazerne tot de
grond toe af.

Vul in:
De natte cross (vinden) elk jaar in december
plaats.

Wat is de correcte schrijfwijze van besteden in onderstaande zin?
Joke (besteden) te weinig tijd aan haar huiswerk. (tt)

1. besteed
2. besteedde
3. besteedt
4. besteet

Wat is het onderwerp in onderstaande zin?
Gerard ging met zijn broer naar het militair museum.

1. Gerard
2. zijn broer
3. ging
4. militair museum

Wat is het onderwerp in onderstaande zin?
's Ochtends douche ik liever thuis in plaats van in het veld.

1. thuis
2. ik
3. douche

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
De politie (vermoeden) dat er wat te gebeuren
(staan) (tt).

Wat is het onderwerp in deze zin?

1. is
2. Wat
3. het onderwerp
4. deze zin