2H: unit 2

Welcome to your first online 
English class of the year!
Herhaling grammatica unit 2
  • Past simple
  • Past continuous
  • Word order: place and time
Start unit 4 + homework
Resit FT irregular verbs - moved to Thursday
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to your first online 
English class of the year!
Herhaling grammatica unit 2
  • Past simple
  • Past continuous
  • Word order: place and time
Start unit 4 + homework
Resit FT irregular verbs - moved to Thursday

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je de past simple?
A
Als iets nog moet gebeuren
B
Als iets in het verleden aan de gang was
C
Als iets op in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer
D
Als iets nu aan de gang is

Slide 2 - Quiz

Vul in.
(travel) I __________ to northern Spain last summer.
A
travelled
B
traveled
C
travel
D
travels

Slide 3 - Quiz

Vul in.
(make) This morning she __________ her mother breakfast
A
maked
B
make
C
makd
D
made

Slide 4 - Quiz

Vul in.
(swim) Matthew Webb ________ across the English channel in 1875.
A
swims
B
swam
C
swim
D
swimmed

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik je de past continuous? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
wanneer iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was
B
wanneer iets nu aan de gang is
C
wanneer iets in het verleden begonnen is en nu nog steeds aan de gang
D
wanneer je iets op een bepaald moment in het verleden aan het doen was

Slide 6 - Quiz

Hoe vervoeg je een werkwoord zodat het in de past continuous tense staat?
A
am/are/is + ww.+ing
B
was/were + ww.+ing
C
ww. + s
D
ww. + -ed

Slide 7 - Quiz

Vul in.
1. (watch) I ________ the news when my dad called me.

Slide 8 - Open question

Vul in.
(make) Sami and Miguel _________ a salad when they found a mouse in the refrigerator.

Slide 9 - Open question

Past simple or past continuous? Fill in.
We __________ (dance) at a party last night.

Slide 10 - Open question

Past simple or past continuous? Fill in.
It ________ (rain) when I walked the dog.

Slide 11 - Open question

Maak de zin af. Gebruik de past simple en past continuous.
Lisa _____ (arrive) when I _______ (do) my homework.

Slide 12 - Open question

Maak de zin af. Gebruik de past simple en past continuous.
What _____ you _____ (do) when I ______ (come) by?

Slide 13 - Open question

Herhaling past simple en past continuous
Je gebruikt de past simple als iets in het verleden gebeurd is en het belangrijk is wanneer (let op: signaalwoord!)
Regelmatig ww = ww + ed          Onregelmatig = eigen vorm (pp. 149-150)
E.g. It rained yesterday.

Je gebruikt de past continuous als iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of als je iets aan het doen was.
was / were + ww.+ing
E.g. It was raining when I walked the dog.

Slide 14 - Slide

Put the words in the correct order.
wrote / last week / him / a letter / I

Slide 15 - Open question

Put the words in the correct order.
this morning / told / he / me / about the race / on the bus

Slide 16 - Open question

Put the words in the correct order.
my aunt / I / yesterday / visited / in her hotel

Slide 17 - Open question

Herhaling woordvolgorde
Ezelsbruggetje: Wie doet wat waar wanneer?

In een Engelse zin komt een plaatsbepaling vóór een tijdsbepaling.

E.g. We can meet at the club at nine tonight.
         Lucy saw them in front of the school at eleven o'clock.

Slide 18 - Slide

Make a sentence using the past simple.
Use at least 8 words and use a time and place.

Slide 19 - Open question

Start unit 4
You cannot leave the Meet until these assignments are finished
Read pages 40 and 41 in your coursebook.
Do assignments 2-4

Finished? Get started on your homework.
Study the words of lessons 1 and 2 (unit 4)
Do assignments 5-7.

Slide 20 - Slide