Goed gebekt deel 1, taak 15

Goed gebekt deel 1, taak 15
Wat betekenen de moeilijke woorden?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goed gebekt deel 1, taak 15
Wat betekenen de moeilijke woorden?

Slide 1 - Slide

Haar plotselinge vertrek heeft voor veel commotie gezorgd
A
opschudding
B
agressie
C
weerstand

Slide 2 - Quiz

Vanmorgen ontvingen wij een aanmaning
A
verzoek om het huis te koop te zetten
B
uitnodiging voor een vergadering
C
betalingsherinnering

Slide 3 - Quiz

Probeer de zaak rationeel te bekijken
A
met je verstand
B
kritisch
C
met elkaar

Slide 4 - Quiz

Wij hebben nog wat additionele inkomsten
A
verzwegen
B
bijkomende
C
onvoorziene

Slide 5 - Quiz

De rivaliteit tussen hen is groot
A
overeenkomst
B
het streven elkaar te evenaren en te overtreffen
C
tegenstelling

Slide 6 - Quiz

Synoniemen
Wat betekent het moeilijke woord?

Slide 7 - Slide

Zijn relaas was niet te volgen
A
aanzien
B
verslag
C
voorspelling

Slide 8 - Quiz

De teneur van dat artikel is positief
A
verhaal
B
verslag
C
strekking

Slide 9 - Quiz

Wat is de prognose van de verkiezingsuitslag?
A
werkelijkheid
B
uitkomst
C
voorspelling

Slide 10 - Quiz

In Amsterdam werd een referendum gehouden
A
volksraadpleging
B
bevolkingstelling
C
dansfeest

Slide 11 - Quiz

Die schrijfster schrijft onder een pseudoniem
A
personage
B
schuilnaam
C
identiteit

Slide 12 - Quiz

Uitdrukkingen/gezegdes
Vul aan met het juiste werkwoord

Slide 13 - Slide

Op zijn neus .....
A
vallen
B
kijken
C
zitten

Slide 14 - Quiz

Door het lint .....
A
lopen
B
knippen
C
gaan

Slide 15 - Quiz

Iets op touw .....
A
zetten
B
hebben
C
houden

Slide 16 - Quiz

In het honderd .....
A
lopen
B
gaan
C
brengen

Slide 17 - Quiz

Hand- en spandiensten .....
A
doen
B
werken
C
verrichten

Slide 18 - Quiz