Als je wilt weten wat er in de wereld gebeurt, dan kijk je op internet. Maar dat kon in 1950 nog niet. Ze lazen de krant of luisterden naar de radio.
In 1951 kwam de televisie, maar deze was nog erg duur. Na een paar jaar werd de televisie goedkoper en kochten steeds meer mensen dit.
In 1990 kwam de personal computer (pc).
Dit noem je allemaal informatiemiddelen. Mensen kregen via deze dingen informatie (krant, radio, televisie, computer).