This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
De Romeinen
Slide 1 - Slide
Wat weten we nog?
Herhaling van de stof aan de hand van filmpjes en vragen
Via Lessonup op je chromebook
Ga naar lessonup.app en vul de code in en je eigen naam
Slide 2 - Slide
Video
Welkom bij de Romeinen:
Wie is de gekste keizer?
Slide 3 - Slide
Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 4 - Quiz
Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren
Slide 5 - Quiz
Julius Caesar was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Hoe noem je de mannen die Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren
Slide 7 - Quiz
Hoe heet de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
Slide 8 - Open question
Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk
Slide 9 - Quiz
Grootgrondbezitters
Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters.
Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers veel te warm, te vol en te vies is.
Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad.
Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.
Slide 10 - Slide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst.
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Grootgrondbezitters
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden.
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.
Slide 11 - Slide
Video
Welkom bij de Romeinen:
Iedereen krijgt brood en spelen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Waarom gaven de autoriteiten Brood en Spelen aan het volk?
Slide 14 - Open question
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Slide 15 - Slide
Video
Welkom bij de Romeinen:
Wat is er te doen in het Colosseum?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.
Slide 18 - Drag question
Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen
Slide 19 - Drag question
Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden
Slide 20 - Quiz
In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.
Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs
2. amfitheaters
3. Colosseum
B
1. amfitheaters
2. proletariërs
3. Colosseum
C
1. Colosseum
2. amfitheaters
3. proletariërs
D
1. proletariërs
2. Colosseum
3. amfitheaters
Slide 21 - Quiz
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.
Slide 22 - Quiz
Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.
Slide 23 - Quiz
Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Video
Welkom bij de Romeinen:
De instorting van het Romeinse Rijk
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.