4hb 08-01

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welcome to English

H4b

camera's are ON

fill in: de 3 vormen van "broad"

Today

- Test instructions

- grammar: trappen van vergelijking
- Grammar: past tenses

Trappen van vergelijking

1. standaard vorm (1 lettergreep): +er, +est (smart, smartER, smartEST)
let op de spelling (verdubbeling van medeklinkers) big, bigger biggest OF weghalen van dubbele letters (large, larger, largest)

2. Eindigend op -y :  -y veranderd in -ier, -iest (happy, happier, happiest)

3. 3 of meer lettergrepen: krijgt more/most vooraan: beautiful, more beautiful, most beautiful

4. 2 lettergrepen? kan soms meerdere vormen gebruiken 

5. uitzonderingen (bad, good, little, many, much...)

Fill in the forms of: "simple" and "sleepy"

Past tenses

past simple : gebeurt en afgelopen 
--> signaal woorden: yesterday, in 1999, a few years ago, last month etc.

--> vorm: WW + ed OF 2e rijtje bij onregelmatige werkwoorden

--> vb: We walked home yesterday
        vb: The house was built in 1980

past continuous:  iets was in het verleden een tijdje aan de gang, nadruk ligt op het "aan de gang was".

--> signaal woorden:  for a while

--> vorm: was/were + WW+ing

vb: we were talking for a while last night

Past perfect: gebruikt in combinatie met past simple om aan te geven dat iets gebeurde voordat iets anders gebeurde. De oudste gebeurtenis krijgt past perfect.

--> signaal woorden:  before, when

--> vorm: had + WW=ed OF had + 3e rijtje (voltooid deelwoord)

bv. I had defeated Tim before his parents came

Past Perfect

past perfect contiuous: geeft aan dat iets een tijdje aan de gang was terwijl iets anders gebeurde. Meestal in combinatie met past simple

vorm: had + been + WW+-ing

vb: She had been wondering who sent her the gift

1. After I had taken a shower, I went to work

2. Lisa had been wondering who had tempered with the computer

3. Mike was looking for his dog when he found a kitten

past simple

past perfect

past continuous

past perfect continuous

Stappenplan

1. bepaal wat eerst gebeurde en wat daarna

2. bepaal of het gaat om iets wat gaande was (past perfect (continuous) ) of niet / zoek naar signaal woorden
3. Gebruik de correcte tijd bij elk werkwoord

Mary ... her rapport when her boss came in

1. was writing
2. wrote
3. had written
4. writes

As soon as we ..... (to land), we walked out of the airplane.

1. had been landing
2. were landing
3. landed
4. had landed

We ..... (to tell, past perfect continuous).

1. We were telling
2. We had told
3. We had been telling
4. We have been telling

We ... (not, realise) he ... (look) for us all this time.

She ... (look) at the TV, which ...(play) for hours already.

Oefenen?

In teams --> Engels h4b --> bestanden --> lesmateriaal

hier vind je: 
- een bestand met instructie filmpjes en websites (linkjes grammatica)
- bestanden met oefeningen en antwoorden. (pdf bestanden met key)

vragen? stuur mij een berichtje