Running Dictee
Op de gang hangen 4 A4 vellen met op elk vel 5 woorden uit Wörterliste A.. Je werkt met zijn tweeen. 1 leerling blijft in de klas en schrijft.
de ander gaat naar de gang en onthoud een woord (of meer). Ren terug naar de klas en vertel het woord aan je klasgenoot. Die schrijft het op. Zorg dat het woord juist geschreven is.
Je mag geen pen of telefoon meenemen naar de gang.
Na 10 woorden wissel je van rol