mutatie in supressorgen: bij een foute cel wordt de celcylcus niet meer stil gelegd, cel gaat niet in apoptose --> tumor
mutatie in proto-oncogen (stimuleert o.a. celgroei): abnormale celgroei en deling
Goedaardige tumor: trage groei, geen uitzaaiingen
Kwaadaardige tumor: snelle groei, uitzaaiingen --> metastase