Ravj - 3.4 t/m 3.7

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Slide

Programma
1e lesuur 
- Lesdoelen
 - Theorie
 - Aan de slag


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kan je uitleggen hoe de inkomensverdeling genivelleerd en gedenivelleerd kan worden
Kan je verschillende belastingstelsels omschrijven en onderscheiden

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Inkomstenbelasting gaat direct van je werkgever naar de belastingdienst. Het is dan ook een directe belasting.

Bij de BTW bijvoorbeeld betaal je eerst aan een winkelier en die geeft het door aan de belastingen. Dat is indirect.

Slide 6 - Slide

Belastbaarinkomen
Het inkomen dat overblijft na de aftrekposten noemen we het belastbaar inkomen. Schematisch kan je dat alvolgt weergeven:
Bruto jaarinkomen
Aftrekposten      -
Belastbaarinkomen

Slide 7 - Slide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 1: Belastbaar inkomen uitrekenen:
               Bruto inkomen  + bijtellingen -aftrekposten= belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover je belasting/inkomensheffing moet betalen
Aftrekposten zijn dingen als; pensioenpremie,  rente over je hypotheek en reiskosten.

Stap 2: het schijvensysteem toepassen
Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappenplan jaarlijkse belastingaangifte
Stap 1: belastbaar inkomen = bruto inkomen (jaar) – aftrekposten

Stap 2: heffingsbedrag = belastbaar inkomen door schijvensysteem
Stap 3: inkomensheffing = heffingsbedrag - heffingskortingen
Stap 4: te betalen/ontvangen belasting = Inkomensheffing - loonheffing(en)


Slide 10 - Slide

Stappenplan uitrekenen inkomensheffing
Stap 2: het schijvensysteem toepassen


Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.

Voorbeelden van heffingskortingen zijn: algemene heffingskorting, arbeidskorting


Slide 11 - Slide

Waarom zou de overheid hypotheekrente aftrek geven?

Slide 12 - Open question

Belastingstelsels
Proportioneel belastingstelsel
Degressief
belastingstelsel
Progressieve belastingheffing

Slide 13 - Slide

Rekenen met tarieven
Emre betaalde op een brutoloon van € 70.000 in totaal € 26.155,14 aan inkomensheffing.

Gemiddelde heffingstarief
Hoeveel procent belasting betaal je, gemiddeld, over elke euro (van je brutoloon).
Het gemiddelde heffingstarief van Emre is (€26.155 : €70.000) x 100% = 37,4%

Marginale heffingstarief
Hoeveel % belasting betaal je over elke extra verdiende euro?
Emre zijn marginale heffingstarief is 49,5%. Als hij één euro meer verdient betaalt hij hier namelijk 49,5% belasting over. 

Slide 14 - Slide

Progressief belastingstelsel
Bij een progressief belastingstelsel moet er procentueel meer belasting betaald worden naarmate het inkomen stijgt.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld proportioneel belastingstelsel

Bij een proportioneel belastingstelsel betaalt iedereen hetzelfde percentage belasting.(Vlaktaks)


Slide 16 - Slide

Degressief belastingstelsel
Bij een degressief belastingstelsel wordt er procentueel minder belasting betaald naarmate het inkomen stijgt.

Slide 17 - Slide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 18 - Slide

Is het Nederlandse belastingstelsel nivellerend of denivellerend? Verklaar je antwoord

Slide 19 - Open question

Aan de slag
Maken tot en met 3.7
Klaar? Maken tot en met 3.10

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide