Herhaling numbers & telling time

1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

       Today's program:
  • Do you remember?
  • Herhaling numbers, telling time 

Slide 2 - Slide

What date is it
today? 

Slide 3 - Slide

What date is it today???

Slide 4 - Open question

Geef de juiste Engelse vertaling van het Nederlandse woord. Let op, gebruik alleen kleine letters.

Slide 5 - Slide

30

Slide 6 - Open question

50

Slide 7 - Open question

87

Slide 8 - Open question

43

Slide 9 - Open question

101

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertaal naar het Engels:
dinsdag

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Woensdag

Slide 14 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Zaterdag

Slide 15 - Open question

Ordinal Numbers: rangtelwoorden

Slide 16 - Slide

Maak een rangtelwoord van dit cijfer:
11

Slide 17 - Open question

Maak een rangtelwoord van dit cijfer:
five

Slide 18 - Open question

Woordjes van 2.2

Slide 19 - Slide

Hoe zeg je in het Engels:
opschieten
A
soms
B
appointment
C
excited
D
instrument

Slide 20 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels:
Soms
A
sometimes
B
te laat
C
altijd
D
vaak

Slide 21 - Quiz

Wat betekent deze zin:
It's getting late.
A
Kom je?
B
Het wordt al laat.
C
Ik ben de tijd vergeten
D
Ik hou van komkommers

Slide 22 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels:
minuut
A
minute
B
minuet
C
minuut
D
minnut

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit:
afternoon
A
middag
B
ochtend
C
avond
D
nacht

Slide 24 - Quiz

Hoe zeg je dit in het Engels:
Wat vind je van half 8?
A
What do you think about half eight?
B
Let's do it at 8 o'clock
C
Do you go half past seven?
D
How about half past seven?

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Maanden en dagen schrijf je altijd met een hoofdletter
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

days of the week

Slide 29 - Mind map

months of the year

Slide 30 - Mind map

Schrijf de datum van vandaag dus:
11-11

Slide 31 - Open question

Hoe schrijf je deze datum?
20-01
A
January the twenty
B
The twentieth of january

Slide 32 - Quiz

Kijk even goed naar dit plaatje!
2min

Slide 33 - Slide

It's half past eight.
Hoe laat is het dan?
A
09:30 uur
B
07:30 uur
C
08:30 uur
D
08:00 uur

Slide 34 - Quiz

It's a quarter to nine.
Hoe laat is het dan?
A
Kwart over negen
B
kwart voor negen

Slide 35 - Quiz

        For next time:
Thank you for your attention

Slide 36 - Slide