Samenhang BS4 2F

Bouwsteen 4
Samenhang
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bouwsteen 4
Samenhang

Slide 1 - Slide

Welke woorden geven tekstverbanden weer in een tekst?

Slide 2 - Open question

Tekstverbanden kunnen een verband aangeven tussen ....
A
woorden
B
zinnen
C
zinnen en alinea's
D
woorden, zinnen, alinea's

Slide 3 - Quiz

Geef signaalwoorden
van het tekstverband
Chronologisch verband.

Slide 4 - Mind map

signaalwoorden chronologisch verband
toen, daarna, eerst, later, vervolgens, na, nadat, sinds, nu, vroeger, terwijl, zodra

Slide 5 - Slide

Geef een voorbeeldzin(nen) met een chronologisch verband.

Slide 6 - Open question

Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen

Welk tekstverband?
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Oorzaak - gevolg

Slide 7 - Quiz

Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

Welk tekstverband en welk signaalwoord?

Slide 8 - Open question

Bij een vergelijkend verband gebruik je als signaalwoord ....
A
bijvoorbeeld
B
zo, zoals, evenals
C
want, omdat
D
mits, tenzij

Slide 9 - Quiz

Geef een voorbeeldzin met een voorwaardelijk verband.

Slide 10 - Open question

Om het examen te halen, zullen we echt beter moeten studeren.
Welk tekstverband, welk signaalwoord?

Slide 11 - Open question

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.

Welk tekstverband?
A
oorzakelijk verband
B
vergelijking
C
doel-middel
D
voorwaardelijk verband

Slide 12 - Quiz

Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen."

Welke tekstverband?
A
chronologisch
B
oorzaak - gevolg
C
samenvattend
D
redengevend

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord vind je vaak
bij een conclusie?

Slide 14 - Mind map