Deel 2 Administratie H1 | Een bedrijf van dichtbij

Planning
1e uur
  • Korting herhaling vorige week 
  • Uitleg deel 2 hoofdstuk 1 administratie
    2e uur
  • Excel factuur opdracht 



1 / 19
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Planning
1e uur
  • Korting herhaling vorige week 
  • Uitleg deel 2 hoofdstuk 1 administratie
    2e uur
  • Excel factuur opdracht 



Slide 1 - Slide

Een bedrijf van dichtbij
Administratie H1

Slide 2 - Slide

Wat ga je leren?
  • Wat een bedrijf is
  • Hoe een bedrijf georganiseerd is
  • Een organisatieschema maken
  • Welke verschillende functies in een bedrijf voorkomen
  • Wat het doel van een bedrijf is
  • De winst van een bedrijf berekenen

Slide 3 - Slide

Herhaling administratie H1 
Deel 1 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Van inkoopprijs tot brutoverkoopprijs (consumentenprijs)

Inkoopprijs + brutowinstmarge = (netto) verkoopprijs


verkoopprijs + btw

= bruto-verkoopprijs (consumentenprijs)

Slide 7 - Slide

De inkoopprijs van een bos bloemen is €3,20. De brutowinsmarge is 210%. De BTW 9%. Bereken de consumenten prijs

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Terugrekenen van bruto-verkoopprijs naar netto-verkoopprijs
De bruto-verkoopprijs (consumentenprijs) van een product is € 159,95.
De btw is 21%.

De verkoopprijs:
€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19

Slide 10 - Slide

Een spijkerbroek kost in de winkel €99,95 inclusief 21% btw. Hoeveel euro btw zit er op deze spijkerbroek?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

H1.6 Winst berekenen

Slide 13 - Slide

Bruto-omzet
Alle inkomsten van een bedrijf samen noemen we de bruto-omzet.

Alle artikelen samen die je in een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar, verkoopt, noemen we de afzet.

Formule:
bruto-omzet = afzet × bruto-verkoopprijs

Slide 14 - Slide

Netto-omzet
De hele opbrengst (zonder btw) van de verkoop van deze artikelen noem je de netto-omzet.  

Formule:
netto-omzet = afzet × netto-verkoopprijs

Slide 15 - Slide

Bruto-winst
Om de bruto-winst te berekenen, trek je hiervan de inkoopwaarde van de afzet af.

Formule:
bruto-winst = netto-omzet – inkoopwaarde van de afzet
inkoopwaarde van de afzet = afzet x inkoopprijs

Slide 16 - Slide

Netto-winst
Om de netto-winst te berekenen, moet je nog alle (bedrijfs)kosten van de bruto-winst aftrekken

Formule:
netto-winst = bruto-winst – kosten

Slide 17 - Slide

Exploitatie-overzicht
Deze gegevens zet je meestal in een exploitatie-overzicht. In dit overzicht kun je zien hoe het bedrijf het gedaan heeft in het afgelopen jaar. Dus of er winst of verlies is gemaakt.

Slide 18 - Slide

Planning
1e uur
  • Korting herhaling vorige week 
  • Uitleg deel 2 hoofdstuk 1 administratie
  • Gezamenlijk maken opdrachten hoofdstuk 1 paragraaf 6 
    2e uur
  • Excel factuur opdracht 



Slide 19 - Slide