- Let op een datum: na 'am' krijg je rangtelwoord + ten/sten
vb. Ich habe Geburtstag am neun November.
- Let op werkwoordsvormen: ich heiße, maar mein Vater heißt
- Let op het gebruik van de bezittelijk voornaamwoorden: bijv. mein/meine
- Gebruik veel zinnen uit het boek