Herhaling H3 + H4

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Herhaling

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.

1. Monopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Homogeen oligopolie
4. Monopolistische concurrentie

Maximale winst, behaalt de monopolist door:

1. MO = MK te berekenen
2. GO - GTK uit te rekenen
3. GO = GTK te berekenen
4. MO - MK uit te rekenen

Een ondernemer heeft te maken met een gegeven prijs. Als MO>MK zal bij uitbreiding van de productie met een eenheid

1. De winst dalen.
2. De omzet stijgen en de winst dalen.
3. De omzet stijgen en de winst stijgen
4. De omzet stijgen en de prijs stijgen

monopolistische concurrentie betekent...

1. veel vragers, veel aanbieders, heterogeen product
2. veel vragers, veel aanbieders, homogeen product
3. veel vragers, weinig aanbieders, homogeen product
4. veel vragers, weinig aanbieders, heterogeen product

Waar staat MO voor?

1. marginale opbrengst
2. minimale opbrengst
3. moederdag
4. maximale omzet

Waar staat MK voor?

1. minimale kosten
2. maximale winst
3. maximale kosten
4. marginale kosten

Wat betekent marginale opbrengst?

1. De opbrengst van een product
2. de extra opbrengst van een product
3. de extra opbrengst van een extra product
4. de extra omzet van een extra product

Wat betekent marginale kosten?

1. De extra omzet van een product
2. de extra kosten van een product
3. de extra kosten van één extra product
4. de extra kosten bij een extra bestelling

Wanneer is er ook al weer maximale omzet?

1. MO=0
2. TO=0
3. TO=TK
4. MO=MK

Wat is een constante kostenpost?

1. Medewerkers via uitzendbureau
2. Inkopen
3. Huur
4. transportkosten

Welke kostenpost is variabel?

1. Inkopen
2. Personeelskosten
3. Kosten wagenpark
4. Verzekeringen

TCK

1. Totale variabele kosten
2. Totale kosten
3. Totale constante kosten
4. Totale continue kosten

TO=TK
To=45q
TK =42Q+150.000
Bereken de break even afzet

1. 50.000 stuks
2. 3334 stuks
3. 3572 stuks
4. schiet mij maar lek

TO=TK
To=45q
TK =42Q+150.000
Bereken de break even omzet

1. €2.100.000
2. €2.250.000
3. €2.270.000
4. €2.350.000

To=45q
TK =42Q+150.000
Productiecapaciteit 70.000 stuks wat is de totale winst?

1. 10.000
2. 20.000
3. 60.000
4. 80.000

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. In 2016 zijn de marginale kosten van ieder extra brood?

1. 0,50
2. 0
3. 14.000
4. 7.000

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. De variabele kosten per brood zijn?

1. 0,50
2. 0
3. 14.000
4. 7.000

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. Bij een productie van 20.000 broden zijn de gemiddelde totale kosten per brood?

1. 24.000
2. 0,50
3. 1,20
4. 7

- kosten per product zijn € 5
- er is € 15 aan constante kosten.
- verkoopprijs is € 10 per stuk

1. MK = 5 + 15/q
2. MK = 15
3. MO = 10
4. MO = 10q

Wat is de formule voor het berekenen van het break even point?

1. TO = TK
2. MO=MK
3. TO - TK
4. P x Q

Hoe bereken je de winst van een bedrijf?

1. P x Q
2. MO=MK
3. BEO-BEA
4. TO - TK

vaste kosten € 1.000,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-

1. De break-even afzet € 200,-
2. De break-even afzet is 200
3. De break-even afzet is € 1.400,-
4. De break-even omzet is € 200,-