Hoofdstuk 1 - De klok

Hoofdstuk 1
1 / 38
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Hoe laat is het?
Bijna vijf voor half 3.
A
14:34:57
B
15:24:57
C
14:24:57
D
15:34:57

Slide 4 - Quiz

Wat is de digitale tijd van?
kwart voor 10 's avonds
A
20:10 uur
B
09:15 uur
C
09:45 uur
D
21:45 uur

Slide 5 - Quiz

Schrijf in digitale tijd hoe laat het is op deze klok.

Slide 6 - Open question

Schrijf in digitale tijd hoe laat het is op deze klok.

Slide 7 - Open question

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
vijf uur
elf uur
twee uur
dertien uur
zes uur
half 1
acht uur
negen uur

Slide 8 - Drag question

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 9 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 10 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half zes.
B
Het is half zeventien.
C
Het is half vijf.
D
Het is 17 uur en 30 minuten.

Slide 11 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half twaalf.
B
Het is half twee.
C
Het is half een.
D
Het is 30 minuten na 12.

Slide 12 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is twaalf uur.
B
Het is geen uur.
C
Het is vier nullen uur
D
Het is nul uur.

Slide 13 - Quiz


Hoe laat is het op
de klok?
A
Half 12
B
Kwart over 11
C
Half 11
D
Kwart voor 12

Slide 14 - Quiz


Hoe laat is het op
de klok?
A
Kwart over 7
B
Kwart over 6
C
Kwart voor 7
D
Kwart voor 6

Slide 15 - Quiz


Hoe laat is het op
de klok?
A
Half 9
B
Kwart over 9
C
Kwart voor 9
D
Kwart over 10

Slide 16 - Quiz


Hoe laat is het op
de klok?
A
Kwart voor 12
B
Kwart over 12
C
Kwart over 1
D
Kwart voor 1

Slide 17 - Quiz

Hoe laat is het op de klok?

Slide 18 - Open question

09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.

Slide 19 - Drag question

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
half 2
kwart voor 11
kwart over 12
kwart over 9
kwart voor 10
half 1
kwart voor 12
kwart voor 9

Slide 20 - Drag question

1 dagen = ...................... uur
A
24
B
10
C
240
D
2,4

Slide 21 - Quiz

10 dagen = ...................... uur
A
24
B
10
C
240
D
2,4

Slide 22 - Quiz

1 week= ......... uur
A
7 uur
B
168 uur
C
210 uur
D
240 uur

Slide 23 - Quiz

1 minuut = ......... seconden
A
15 seconden
B
30 seconden
C
60 seconden
D
90 seconden

Slide 24 - Quiz

2,5 minuut = ........... seconden
A
125
B
150
C
100
D
250

Slide 25 - Quiz

1,5 uur = ............ minuten
A
150
B
60
C
65
D
90

Slide 26 - Quiz

180 seconden = ............ minuten
A
18
B
3
C
1,8
D
5

Slide 27 - Quiz

48 maanden = ............ jaren
A
4
B
5
C
6
D
3

Slide 28 - Quiz

Hoeveel seconden zitten er in 20 minuten?
A
120
B
2000
C
1200
D
2400

Slide 29 - Quiz

Mijn nichtje is 104 weken oud, hoeveel jaar is zij?

Slide 30 - Open question

Hoeveel maanden oud ben jij?

Slide 31 - Mind map

Hoeveel tijdsverschil
zit er tussen de twee
stopwatches?
A
2 minuten
B
2 seconden
C
2 tienden
D
2 honderdsten

Slide 32 - Quiz

Vorige week gaf mijn stopwatch 24:12,89 aan na een rondje hardlopen. Vandaag heb ik hetzelfde rondje gerend, maar was ik 4 seconden en 6 tienden sneller. Welke tijd stond er nu op de stopwatch?

Slide 33 - Open question

Mijn vriendin woont 4 kilometer bij mij vandaan. Ik wandel met 5 kilometer per uur naar haar toe. Hoe lang doe ik er over?
A
45 minuten
B
12 minuten
C
36 minuten
D
48 minuten

Slide 34 - Quiz

60minuten : 5kilometer = 12 minuten per kilometer
12 minuten x 4 kilometer = 48 minuten over 4 kilometer

Slide 35 - Slide

Ik fiets naar mijn moeder, dit is 1 uur en 15 minuten fietsen. Ik fiets 20 kilometer per uur. Hoe ver is het fietsen?
A
25 kilometer
B
30 kilometer
C
15 kilometer
D
22,5 kilometer

Slide 36 - Quiz

20 kilometer = 60 minuten fietsen
5 kilometer = 15 minuten 


20 kilometer + 5 kilometer = 25 kilometer



Slide 37 - Slide

maak nu H1 van het boek klok

Slide 38 - Slide