7.1 t/m 7.4 Bonuspunten

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Quizje
Zorg dat je snel antwoord.


De nummer 1, 14 en 23 krijgen allebei een bonuspunt op de toets. Dit krijg je aan het einde van de les te horen 

Slide 2 - Slide

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

In een stukje biefstuk zitten veel voedingsvezels
A
Ja
B
Nee
C
Dat is niet te bepalen

Slide 4 - Quiz

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voor die rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 5 - Quiz

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 6 - Quiz

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 7 - Quiz

De ADH geeft aan hoeveel je van een bepaalde vitamine of mineraal nodig hebt.
Waar staat ADH voor?
A
algemene daadwerkelijke hoeveelheid
B
algemene dagelijkse hoeveelheid
C
aanbevolen daadwerkelijke hoeveelheid
D
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Slide 8 - Quiz

Bij nachtblindheid is er een tekort aan een bepaalde voedingsstof. Welke?
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 9 - Quiz

Bij de Engelse ziekte is er een tekort aan een bepaalde voedingsstof. Welke?
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 10 - Quiz

Bij denaturatie verandert de ruimtelijke structuur van een enzym. Kan het enzym dan nog het juiste stofje afbreken?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van het enzym af
D
Hangt van het substraat af

Slide 11 - Quiz

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren? (R)
WEL verteren
NIET verteren
glucose
vetten
zetmeel
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 12 - Drag question

Wat betekent het dat enzymen specifiek werken? (R)
A
Een enzym kan maar bij één temperatuur werken
B
Een enzym kan maar bij één zuurgraad werken
C
Een enzym kan maar één stof afbreken
D
Een enzym kan maar één keer gebruikt worden

Slide 13 - Quiz

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Appendix

Slide 14 - Drag question

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel (koolhydraat)
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 15 - Quiz

In de slokdarm vindt ook vertering plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz


Wat is de functie van maagzuur?
A
Bevat enzymen die vetten verteren
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Bevat enzymen die eiwitten verteren

Slide 17 - Quiz

Welke voedingsstof kan niet direct door de dunne darmwand worden opgenomen?
A
Glucose
B
Vitaminen
C
Mineralen
D
Eiwitten

Slide 18 - Quiz


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 19 - Quiz

Wat is de functie van alvleessap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 20 - Quiz

Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 21 - Drag question

Waar in je lichaam verteer je eiwitten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 22 - Drag question

Waar in je lichaam verteer je vetten?
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm

Slide 23 - Drag question

Zitten in gal enzymen?
A
Ja
B
Alleen in de twaalfvingerige darm
C
Nee

Slide 24 - Quiz

Waar wordt gal geproduceerd? Noem alleen het orgaan (1 woord)

Slide 25 - Open question

Waar wordt dit voedingsmiddel verteerd?
A
Mondholte, twaalfvingerige darm, dunne darm
B
Maag, twaalfvingerige darm, dunne darm
C
Twaalfvingerige darm
D
Niet

Slide 26 - Quiz

Waar begint de vertering in je lichaam?
A
Speekselklieren
B
Maag
C
Mondholte
D
Slokdarm

Slide 27 - Quiz

Waar wordt de stof opgeslagen die vetten oplost?
A
Lever
B
Galblaas
C
12-vingerige darm
D
Dunne darm

Slide 28 - Quiz

De alvleesklier maakt...

Slide 29 - Open question

Hierin worden gal en alvleessappen aan het eten toegevoegd
A
Lever
B
Galblaas
C
12-vingerige darm
D
Dunne darm

Slide 30 - Quiz

Hierin wordt water uit de voedingsresten onttrokken

Slide 31 - Open question

Hierin worden de voedingsstoffen uit het eten gehaald en opgenomen in het bloed

Slide 32 - Open question

Laatste vraag....

Slide 33 - Slide

Produceert de twaalfvingerige darm zelf enzymen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van de voedingsstoffen af

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Link