Transferopdracht globalisering



Landen indelen op basis van inkomen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson



Landen indelen op basis van inkomen

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
- Het verband kunnen uitleggen tussen het nationaal inkomen en de leefomstandigheden 
- Landen kunnen categoriseren op basis van de wereldbank classificatie

Slide 2 - Slide

Wereldbank:
Wat weten jullie er al van?

Slide 3 - Open question

1. Hoge-inkomenslanden
- Rijke landen met een sterke economie.
- Hoge levensstandaard: goede gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur.
- Veel werkgelegenheid en stabiele overheden.

Slide 4 - Slide

2. Hoger-middeninkomenslanden
- Landen met een groeiende economie en redelijke levensstandaard.
- Vaak goede toegang tot basisvoorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg.
- Kunnen nog grote verschillen hebben tussen arm en rijk.

Slide 5 - Slide

3. Lager-middeninkomenslanden
- Landen met een zwakkere economie en lagere inkomens.
- Basisvoorzieningen zijn niet altijd voor iedereen toegankelijk.
- Meer werkloosheid en vaak een minder stabiele overheid.

Slide 6 - Slide

4. Lage-inkomenslanden
- Arme landen met veel economische problemen.
- Vaak een zwakke overheid en weinig regels of wetten die goed worden nageleefd.
- Hoge buitenlandse schulden en weinig economische vooruitgang.
- Regelmatig te maken met conflicten, corruptie of politieke spanningen.

Slide 7 - Slide

Bedenk 4 verschillende landen en deel ze in op het juiste niveau

Slide 8 - Open question

Benoem verbandenen tussen de economische situatie en de levensomstandigheden van inwoners in een land

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Link

Opdracht:

15 minuten de tijd voor:
- Onderzoek jullie land en inkomensniveau
- Maak een korte presentatie met je groepje benoem wat op valt denk aan: Inkomen/ Hoe wonen ze,?/ Wat eten ze? / Wat voor spullen hebben ze?/ Hoe ziet hun dagelijkse leven eruit?/ ect.

Daarna presenteren jullie het jullie groepje  voor de klas

Slide 11 - Slide

Wat valt op? Hoe verschillen de gezinnen van elkaar?

Slide 12 - Slide

Wat kennen we nu?
- Het verband tussen het nationaal inkomen en de leefomstandigheden 
- We kunnen landen categoriseren op basis van de wereldbank classificatie

Slide 13 - Slide

Wat valt er onder Armoede?

Slide 14 - Mind map

Doel van deze les
- het verschil kunnen uitleggen tussen absolute en relatieve armoede.
- voorbeelden kunnen bedenken en noemen van absolute en relatieve armoede.

Slide 15 - Slide

Absolute armoede:

- Mensen hebben niet genoeg geld voor basisbehoeften zoals eten, water en onderdak.


Relatieve armoede:

- Mensen hebben minder geld dan anderen in hun samenleving, waardoor ze niet goed kunnen meedoen.

Slide 16 - Slide

Opdracht:
15 minuten de tijd voor:
- In tweetallen bedenk je twee situaties
1. een voorbeeld van absolute armoede
2. een voorbeeld van relatieve armoede

- Zet jullie situaties op het A3 vel en toon duidelijk de verschillen

Presenteer vanaf jullie  plek jullie poster en bevindingen

Slide 17 - Slide

Wat kennen we nu?
- Dat er een verschil in armoede is
- Over welke twee vormen we spreken
- We kunnen een voorbeeld geven wat het verschil in armoede  illustreert

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

SDG: Sustainable Development Goal
17 doelen voor een duurzamere wereld
Beëindig armoede overal en in al haar vormen

Bijdragen en het begrijpen van wereldwijde armoede

Slide 20 - Slide

Hoe kan jij zelf bijdragen om armoede te verminderen/ stoppen?

Slide 21 - Open question