112 Bellen: Wanneer wel en wanneer niet?

112 Bellen: Wanneer wel en wanneer niet?

Leerdoelen

- Je weet wanneer je 112 wel en niet moet bellen
- Je weet wat er gebeurt als je 112 belt
- Je hebt geoefend met een rollenspel als slachtoffer, melder en centralist

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over het bellen van het alarmnummer 112?

Wat is 112?

112 is het alarmnummer in Nederland. Het is bedoeld voor noodgevallen waar direct hulp nodig is.

Leg uit wat het alarmnummer 112 is en waarvoor het bedoeld is.

Wanneer moet je 112 bellen?

Bel 112 als er sprake is van een levensbedreigende situatie, bijvoorbeeld bij brand, ernstig letsel, een hartstilstand of een misdrijf op heterdaad.

Beschrijf de situaties waarin het nodig is om 112 te bellen.

Wanneer moet je 112 niet bellen?

Bel 112 niet voor niet-dringende situaties, zoals een verloren sleutel of een vraag over verkeersregels.

Geef voorbeelden van situaties waarin 112 niet gebeld hoeft te worden.

Wat gebeurt er als je 112 belt?

Als je 112 belt, kom je in contact met de meldkamer. Een centralist vraagt je om informatie en stuurt indien nodig hulpdiensten naar de locatie.

Leg uit wat er gebeurt nadat je 112 hebt gebeld.

Hoe bel je 112?

Bel 112 gratis met je telefoon, je hoeft geen saldo of beltegoed te hebben.

Vertel de leerlingen hoe ze 112 kunnen bellen en benadruk dat het gratis is.

Rollenspel: Slachtoffer

Speel de rol van een slachtoffer in een noodsituatie. Bel 112 en geef de benodigde informatie aan de centralist.

Laat een vrijwillige leerling de rol van het slachtoffer spelen en instrueer hen om 112 te bellen.

Rollenspel: Melder

Speel de rol van een melder die een noodsituatie ziet. Bel 112 en geef de benodigde informatie aan de centralist.

Kies een andere vrijwillige leerling om de rol van de melder te spelen en instrueer hen om 112 te bellen.

Rollenspel: Centralist

Speel de rol van een centralist bij de meldkamer. Luister naar de informatie van de melder of het slachtoffer en stuur indien nodig hulpdiensten naar de locatie.

Neem zelf de rol van de centralist op je en laat de leerlingen informatie geven over de noodsituatie.

Wanneer heb je 112 succesvol gebeld?

Je hebt 112 succesvol gebeld als je de benodigde informatie hebt gegeven en de centralist hulpdiensten naar de juiste locatie heeft gestuurd.

Beschrijf wat er nodig is om een succesvolle oproep naar 112 te doen.

Conclusie

Je weet nu wanneer je 112 wel en niet moet bellen, wat er gebeurt als je 112 belt en je hebt geoefend met een rollenspel als slachtoffer, melder en centralist.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk wat de leerlingen hebben geleerd.

Vragen?

Heb je nog vragen over het bellen van 112?

Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord deze indien mogelijk.

Quiz: 112 Bellen

Beantwoord de volgende vragen om te testen wat je hebt geleerd over het bellen van 112.

Bereid een korte quiz voor met enkele vragen over de lesinhoud.

Antwoorden Quiz

Bespreken de antwoorden van de quiz om te zien hoeveel je hebt geleerd over het bellen van 112.

Ga door de quizvragen en antwoorden om te controleren of de leerlingen de informatie hebben begrepen.

Bronnen

- www.rijksoverheid.nl
- www.112.nl

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt voor het lesmateriaal.

Evaluatie

Vul de evaluatieformulieren in om feedback te geven over deze les.

Laat de leerlingen evaluatieformulieren invullen om hun feedback te krijgen.

Bedankt!

Bedankt voor je deelname aan deze les over het bellen van 112.

Sluit de les af en bedank de leerlingen voor hun deelname.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.