Paragraaf 2.3 - Waarom zou je lenen?

Welkom
T2A - Log alvast in op Lessonup
29-04-2021
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
T2A - Log alvast in op Lessonup
29-04-2021

Slide 1 - Slide

Heb je nog iets leuks met koningsdag gedaan?

Slide 2 - Mind map

To do:
- Economisch nieuws
- Nakijken paragraaf 1
- 5 minuten pauze
- Behandelen paragraaf 3

Slide 3 - Slide

Hoeveel euro gaat er normaal gesproken
om bij vrijmarkten (per jaar)?
A
300.000 euro
B
3.000.000 euro
C
30.000.000 euro
D
300.000.000 euro

Slide 4 - Quiz

Hoeveel procent staat op omvallen?
A
25%
B
50%
C
75%
D
90%

Slide 5 - Quiz

Wat was er met de potjes?
A
Er zat drugs in
B
Er waren verschillende kruiden door elkaar gemixt
C
Er kon glas inzitten
D
De kruiden waren te pittig

Slide 6 - Quiz

Opdracht 2
  • a giraal
  •  b giraal
  •  c chartaal
  •  d giraal
  •  e giraal

Slide 7 - Slide

Opdracht 3
  • Daalt
  • Stijgt 

Slide 8 - Slide

Opdracht 4
  1. € 113,15
  2. € 5,95
  3. € 559,72
  4. € 2.500
  5. € 30

Slide 9 - Slide

Opdracht 5
  • A) Giraal
  • B) Haar uitgaven zijn € 26,95 + € 3,75 + € 2,25 + € 9,95 + € 1,50 + € 10 = € 54,40
  •  Haar nieuwe saldo is € 98 – € 54,40 = € 43,60

Slide 10 - Slide

Opdracht 6
  • A) Indirecte ruil
  • B) Indirecte ruil
  • C) Directe ruil 

Slide 11 - Slide

Opdracht 8
  1. saldo
  2.  pinpas
  3.  geldautomaat
  4.  pincode
  5.  betaalautomaat

Slide 12 - Slide

Opdracht 9
  • Eigen antwoord
  • Ideal
  • 4.400.000 aankopen

Slide 13 - Slide

Opdracht 10
  1. Pinnen
  2. Contactloos betalen
  3. Internetbankieren of via iDeal betalen 

Slide 14 - Slide

Opdracht 11
  • A) In 1999: € 46,01
    In 2015: € 28,97
  •  B) € 46,01 – € 28,97 = € 17,04
  •  C) kleiner
  •  D) Winkeliers stimuleren klanten om ook kleine bedragen met de pinpas te betalen. (‘Klein bedrag, pinnen mag’.)

Slide 15 - Slide

Opdracht 12
  • € 28,97 – € 1,68 = € 27,29

Slide 16 - Slide

Lenen
  • Geld gebruiken van een ander

Slide 17 - Slide

Wat zouden redenen kunnen zijn om geld te lenen?

Slide 18 - Mind map

Geld lenen bij een bank
  • Betaal je terug met een vast bedrag per maand: maandtermijn. 
  • Maandtermijn bestaat uit twee delen:
  1. Aflossing. Je betaalt in stukjes de lening terug.
  2. Rente. Een vergoeding aan de bank omdat je hun geld mocht lenen.

Slide 19 - Slide

Je leent van de bank 600 euro. Na een jaar heb je je lening afbetaald + een vergoeding betaald van 60 euro. Wat was de maandelijkse maandtermijn?

Slide 20 - Open question

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.

Slide 21 - Slide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100%
?
€350
€21

Slide 22 - Slide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100%
?
€350
€1
€21

Slide 23 - Slide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100 : 350 x 21 = 
100%
?
€350
€1
€21

Slide 24 - Slide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100 : 350 x 21 = 
100%
6%
€350
€1
€21

Slide 25 - Slide

Je leent €870 en betaalt €26,10 rente. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 26 - Open question

Huiswerk
Maken opdracht: 30, 32, 34 t/m 42

Slide 27 - Slide