de schrijver maakt een duidelijk einde en het is meestal 1 alinea
C
de schrijver houdt gewoon op
Slide 16 - Quiz
Aan de slag
Cursus 1 Meer dan Lezen $5: maak opdr. 1-2-3-4-5
Gebruik de teksten uit het boek
Nakijken. Terug- en vooruitblik
Lesdoel: - ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot in een tekst herkennen .
NN
32 t/m 35
Slide 17 - Slide
Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd waaraan je de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst kunt herkennen.
Vooruitblik
In de volgende les gaan we bezig het inzetten van verschillende leesmanieren.
Slide 18 - Slide
Wat is een kernzin?
Slide 19 - Open question
Inleiding - middenstuk - slot
Inleiding = 1e deel van de tekst. Hierin maak je kennis met het onderwerp. Belangstelling wekken, nieuwsgierig maken. (meestal één, soms meer alinea's)
Middenstuk = grootste tekstgedeelte met de meeste informatie. Bestaat uit meerdere losse stukjes tekst (het onderwerp uitgebreid en in stukjes (meerdere alinea's)
Slot = afronden van de tekst. Samenvatting of conclusie
Slide 20 - Slide
Quiz
Slide 21 - Slide
Een tekst is altijd opgebouwd uit 3 delen. Welke?
Slide 22 - Open question
Een tekst bestaat uit?
A
een inleiding
B
een middenstuk
C
een slot
D
een inleiding, middenstuk, slot
Slide 23 - Quiz
Wat staat waar?
Kies uit: inleiding, middenstuk of slot
Slide 24 - Slide
introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 25 - Quiz
conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 26 - Quiz
anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 27 - Quiz
voorbeelden
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 28 - Quiz
samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 29 - Quiz
korte uitleg
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 30 - Quiz
afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 31 - Quiz
Evaluatie
Slide 32 - Slide
Hoe is een goede tekst opgebouwd?
Slide 33 - Open question
Wat staat in de inleiding?
Slide 34 - Open question
Wat staat in het middenstuk?
Slide 35 - Open question
Wat staat in het slot?
Slide 36 - Open question
Waaraan kan je zien dat een stuk tekst een inleiding is?
Slide 37 - Open question
In de inleiding vertelt de schrijver..
A
waar de tekst niet over gaat
B
waar de tekst over gaat
Slide 38 - Quiz
De inleiding is meestal...
A
onderaan de tekst
B
erg lang
C
dik gedrukt en meestal 1 alinea
Slide 39 - Quiz
Hoe herken je een slot van een tekst?
A
daar begint de schrijver mee
B
de schrijver houdt gewoon op
C
de schrijver maakt een duidelijk einde en het is meestal 1 alinea