5.2: Crises tijdens de Koude Oorlog

rechtstaat
showprocessen
persvrijheid
doodstraf en concentratiekampen
vrijheid van meningsuiting
vrije markteconomie
planeconomie
Sovjet-Unie
Verenigde Staten
democratie
dictatuur
Communisme
Kapitalisme 
1 / 25
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

rechtstaat
showprocessen
persvrijheid
doodstraf en concentratiekampen
vrijheid van meningsuiting
vrije markteconomie
planeconomie
Sovjet-Unie
Verenigde Staten
democratie
dictatuur
Communisme
Kapitalisme 

Slide 1 - Drag question

Wanneer een ander land veel invloed heeft in een bepaald gebied.
A
kapitalisme
B
invloedssfeer
C
amerikanisering
D
lidstaat

Slide 2 - Quiz

Sleep het land naar de juiste invloedssfeer.
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Nederland
Oost-Duitsland
West-Duitsland
Polen
Frankrijk
Hongarije
Tsjechoslowakije
Italië
België
Joegoslavië

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

de politiek waarmee de VS wilde voorkomen dat het communisme zich zou uitbreiden.
A
kapitalisme
B
satellietstaat
C
containment
D
bondgenoten

Slide 5 - Quiz

5.2: Crises tijdens de Koude Oorlog
De Koude Oorlog zorgt voor een aantal crises in de wereld, zoals de Hongaarse Opstand, de bouw van de Berlijnse Muur, de Cubacrisis en de Praagse Lente. Uiteindelijk komt er aan het begin van de jaren ’90 een einde aan de Koude Oorlog.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 5.2
2A: Je kunt uitleggen hoe de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog voor wederzijdse afschrikking zorgde.
2B: Je kunt beschrijven hoe de Koude Oorlog verliep aan de hand van de Hongaarse Opstand, de Berlijnse Muur, de Cubacrisis en de Praagse Lente.
2C: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn voor het einde van de Koude Oorlog.
2D: Je herkent de belangrijkste personages uit de Koude Oorlog: John F. Kennedy, Nikita Chroesjtsjov, Ronald Reagan en Michaïl Gorbatsjov.

Slide 7 - Slide

Wapenwedloop 
  • SU: Wij hebben ook atoombom!
  • Angst voor echte oorlog neemt toe, dus ook angst om achter te lopen op de tegenstander
  • Wederzijdse afschrikking omdat wraak verschrikkelijk zou zijn; genoeg wapens om wereld te vernietigen

Slide 8 - Slide

Hongaarse Opstand 
  • Chroestsjov volgt Stalin op (1953)
  • Minder streng beleid; mensen vrijgelaten, einde terreur en persoonsverheerlijking
  • Opstand in Hongarije (1956):Wens voor minder streng communistische regering
  • Reactie SU: Dertigduizend soldaten slaan opstand neer

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Berlijnse Muur 
  • Vluchtroute uit Oostblok via West-Berlijn, miljoenen mensen vluchten
  • DDR bouwt met hulp SU een muur rondom West-Berlijn
  • Vluchten betekende neergeschoten worden
  • Symbool Koude Oorlog

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Nikita Chroesjtsjov, leider Sovjet-Unie van 1953-1964.
John F. Kennedy, president VS van 1961-1963

Slide 15 - Slide

Cubacrisis 
  • Chroesjtsjov: Kernwapens op Cuba, vlakbij de VS
  • Ontdekking door spionagevliegtuigen VS
  • Kennedy: Blokkade van Cuba
  • Chroesjtsjov: Weigert schepen met raketten terug te roepen
  • Overeenstemming: Wapens weg uit Cuba (SU) en uit Turkije (VS)

Slide 16 - Slide

Praagse Lente 
  • Leider Tsjechoslowakije Dubcek: "Communisme met menselijk gezicht", geen terreur, censuur en onderdrukking
  • Gevolg: Demonstraties, protest en groeiende kritiek
  • Na half jaar grijpt SU met leger Warschaupact in: Dubcek werd vervangen, Praagse Lente voorbij.

Slide 17 - Slide

Michaïl Gorbatsjov, leider Sovjet-Unie van 1985-1991
Ronald Reagan, president VS 1981-1989, anticommunist (en ex-acteur)

Slide 18 - Slide

Einde Koude Oorlog 
  • Economische problemen, o.a. door wapenwedloop
  • Nieuwe leider Gorbatsjov (1985)
  • Communisme aanpassen met perestrojka (economische hervormingen) en glasnost (vrijheid van meningsuiting)
  • Snel groeiende protesten, wens voor meer democratie
  • November 1989: IJzeren Gordijn geopend, Berlijnse Muur werd overgestoken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wie startte het proces van destalinisatie?
A
Nikita Chroesjtsjov
B
Josef Stalin
C
Leon Trotski
D
Vladimir Lenin

Slide 21 - Quiz

Wanneer werd de Berlijnse Muur gebouwd?
A
In 1989
B
In 1975
C
In 1961
D
In 1945

Slide 22 - Quiz

Wie was de president van de VS tijdens de Cubacrisis?
A
Harry S. Truman
B
John F. Kennedy
C
Lyndon B. Johnson
D
Richard Nixon

Slide 23 - Quiz

Wat is de reden dat de Sovjet-Unie besloot in te grijpen in Tsjechoslowakije?

Slide 24 - Open question

Bedenk een reden waarom Perestrojka en Glasnost niet het gewenste effect had.

Slide 25 - Open question