carnaval quiz

Carnaval - de Quiz
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Carnaval - de Quiz

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hoe heet Eindhoven tijdens Carnaval?
A
Oeteldonk
B
Lampegat
C
Knotsenburg
D
Kruikenstad

Slide 3 - Quiz

Voor de hoeveelste keer wordt de Kuukse Elfkroegentocht gehouden?
A
20e keer
B
35e keer
C
38e keer
D
41e keer

Slide 4 - Quiz

In welke provincie wordt GEEN Carnaval gevierd?
A
Limburg
B
Gelderland
C
Noord-Brabant
D
Friesland

Slide 5 - Quiz

Op welke dag begint Carnaval officieel?
A
11 februari
B
11 januari
C
11 november
D
11 december

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 8 - Quiz

Wie is de baas van de stad tijdens Carnaval?
A
De burgemeester
B
Prins Carnaval
C
De koning
D
Marc Rutte

Slide 9 - Quiz

Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 10 - Quiz

Welke woord is goed gespeld?
A
poloonaise
B
poolonaise
C
pooloonaise
D
polonaise

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Prins Carnaval liep net voorbij!
A
voorbij
B
net
C
Prins Carnaval
D
liep

Slide 12 - Quiz

Een versierde wagen
in de optocht noem je een:
A
bolide
B
kar
C
bak
D
praalwagen

Slide 13 - Quiz

Volgens een caranavalshit staat er een dier in de gang. Welk dier is dat?
A
een olifant
B
een aap
C
een geit
D
een paard

Slide 14 - Quiz

In welk land vieren
ze zo Carnaval?

A
Mexico
B
Portugal
C
Brazilie
D
Spanje

Slide 15 - Quiz

In welke stad
vieren ze zo
Carnaval?
A
Parijs
B
Venetië
C
Rome
D
Barcelona

Slide 16 - Quiz