What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3vwo eerste en vierde naamval
Willkommen!
Am Donnerstag, bei Frau Auer.
Pak je boek, pen en papier!
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Willkommen!
Am Donnerstag, bei Frau Auer.
Pak je boek, pen en papier!
Slide 1 - Slide
Leerdoel van vandaag:
Je kunt een zelfstandig naamwoord in de eerste en vierde
naamval gebruiken.
Slide 2 - Slide
Vorige les:
Na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen en bij een
lijdend voorwerp
komt de
vierde naamval
.
Niet alleen het voorzetsel, maar ook de positie van het zelfstandig naamwoord bepaald de naamval!
Slide 3 - Slide
Eerste naamval (Nominativ)= onderwerp (Subjekt)
Het onderwerp van de zin (hij/zij) is altijd de eerste naamval.
Die
Mutter geht arbeiten.
Der
Mann spielt Fussball.
Das
Auto ist schnell.
Bij de eerste naamval verandert er niks. Het lidwoord blijft hetzelfde.
Slide 4 - Slide
vierde naamval (Akkusativ) = lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp van de zin (hem) is altijd de vierde naamval. Voorbeelden:
Ich suche
die Mutter.
Der Vater sucht
das Geld.
Das Kind will
den Hund.
In de vierde naamval verandert alleen de vorm bij mannelijk woorden
der - den
.
Alle andere lidwoorden
blijven onveranderd !
Slide 5 - Slide
Hoe bepaal ik het leidend voorwerp?
1. Onderstreep alle zelfstandige naamwoorden.
De leraar
heeft
een Laptop
gekocht.
2. Vervang een zelfstandig naamwoord met het woord
hij
of
hem
Hij
heeft
hem
gekocht. (zij-haar kan ook!)
De leraar is hij, mp3-speler is hem!
hij is een onderwerp
hem is lijdend voorwerp
Slide 6 - Slide
Nu met een Duitse zin.
1. Der Vater sucht das Geld.
2. De eerste stap vertalen naar het Nederlands
(de vader zoekt geld)
3.
De zelfstandige naamwoorden onderstrepen
Der Vater
sucht
das Geld
4. De onderstreepte woorden vervangen met hij of hem
Hij zoekt hem
5. Hij is onderwerp - Der Vater Hem is lijdend voorwerp - das Geld
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Samenvatting
Schema 1e en 4e naamval (der Gruppe)
der Vater die Mutter das Kind die Eltern (meervoud)
1e naamval der die das die
4e naamval
den
die das die
Slide 9 - Slide
Aan de slag!
Ga nu aan de slag met het werkblad. Bepaal het lidwoord en de naamval.
Klaar? Bladzijde 27 opdracht 21!
je mag zachtjes overleggen met je buur.
gebruik de hij-hem regel
Uitgebreide uitleg om het geslacht van een zelfstandig naamwoord te bepalen: blz. 153
Slide 10 - Slide
samen nakijken
Slide 11 - Slide
Ausprache Ich- und Ach Laut
Jullie gaan een video kijken over de uitspraak van:
ch
Luister goed en kijk naar de film!
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Ausprache
Ich-
und
Ach
Laut
Hoe spreek je dit uit? Beispiele
De ch na a, o, u en au
als ch in lachen. machen, Mittwoch,auch
De ch na e, i, ü, ö, ä als g in vliegje. nicht, Rechnung, euch
Uitzondering: chs sechs, wechseln
Slide 14 - Slide
Regel oefenen
Open je boek
bladzijde 32
opdracht 32 a+b
Hebben de woorden een Ich- of Ach- Laut?
timer
3:00
Slide 15 - Slide
Samen controleren
Höre dir die Wörter an und sprich sie nach.
Slide 16 - Slide
Bis zum nächsten Mal!
Slide 17 - Slide
More lessons like this
havo eerste en vierde naamval
June 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
eerste en vierde naamval klas 2
March 2023
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Eerste en vierde naamval
May 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
1e en 4e naamval
June 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 2,4
Lidwoorden: 1e en 4e naamval
November 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 2,4
1e en 4e naamval
March 2017
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 2,4
havo eerste en vierde naamval
March 2019
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
havo eerste en vierde naamval
March 2019
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4