What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
30-1, Signaalwoorden
Nederlands
30 januari
planning:
1. lezen Jona
2. huiswerk bespreken
3. signaalwoorden
4. oefenen
timer
15:00
burgerschap:
culturen
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quiz
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
30 januari
planning:
1. lezen Jona
2. huiswerk bespreken
3. signaalwoorden
4. oefenen
timer
15:00
burgerschap:
culturen
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze zelf goed gebruiken in een zin.
Slide 2 - Slide
bv:
taalverzorging
Slide 3 - Slide
Wat is een signaalwoord?
- Verbindingswoorden
- Geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.
- Helpen je om een tekst beter te begrijpen.
Slide 4 - Slide
verwijswoorden
Je gebruikt verwijswoorden om vooruit of terug te verwijzen in een tekst.
Daarvoor kun je verschillende voornaamwoorden gebruiken.
Slide 5 - Slide
Waar of wie + voorzetsel
Naar mensen verwijs je met:
voorzetsel + wie
Naar dingen, zaken verwijs je met:
waar+voorzetsel
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Chronologisch
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 8 - Slide
Opsommend
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 9 - Slide
vergelijkend
evenals, in vergelijking met,
even / net zo... als
zoals
Slide 10 - Slide
Tegenstellend
Maar, zo, echter, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 11 - Slide
Oorzakelijk
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Slide 12 - Slide
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 13 - Slide
toelichtend
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 14 - Slide
toegevend
alhoewel, desondanks, niettemin, ofschoon
Slide 15 - Slide
redengevend
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 16 - Slide
voorwaardelijk
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 17 - Slide
Samenvattend
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 18 - Slide
concluderend
al met al, concluderend, daarom, dat houdt in, dus
Slide 19 - Slide
toegevend
voorwaardelijk
redengevend
kortom
nadat
desondanks
mits
daarom
samenvattend
chronologisch
Slide 20 - Drag question
Aan het werk
cursus 1, paragraaf 2:
opdracht 11+12
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Signaalwoorden
January 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Verbanden deel 2 (samenv. concl.doel/mid, toegev. redeng., vergelijk.)
December 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
1.2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden TEKSTVERBANDEN NOG KLOPPEND EN INTERACTIEF MAKEN
December 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
4H - Leesvaardigheid H2: tekstverbanden
February 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
1.2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden TEKSTVERBANDEN NOG KLOPPEND EN INTERACTIEF MAKEN
January 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
1.2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden TEKSTVERBANDEN NOG KLOPPEND EN INTERACTIEF MAKEN
August 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Lezen H4
January 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1