4-4 grafieken aflezen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom

Paragraaf 4.4

Grafieken aflezen

Wat gaan wij doen vandaag?

 Uitleg hoofdstuk 4.4

Aan de slag met hoofdstuk 4.4

Uitleg hoofdstuk 4.5

Aan de slag met hoofdstuk 4.5

 

Leerdoel

- Je leert hoe je waarden uit een grafiek kan aflezen. 

- Je leert hoe je ziet in welke delen van een grafiek een stijging of daling sneller of langzamer is dan in een ander deel van de grafiek.

Heb je 4-3 begrepen?

Over welk verband gaat de grafiek?

Hoeveel constante stukken zie je in de grafiek?

Hoeveel dalende stukken zie je in de grafiek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke grafiek hoort bij de fietstocht van Marise?
Gebruik de woorden stijgen en constant.

Na hoeveel uren gaat Marise pauzeren?

Hoeveel kilometer heeft ze uiteindelijk gefietst?

Op welke as lees je de hoogte af? ( Samen )

Op welke hoogte begint de fietsroute?

1. 20 m
2. 10 m
3. 30 m
4. 500 m

Op welke hoogte gaat de route dalen?

1. 10 m
2. 20 m
3. 30 m
4. 50 m

Op welke hoogte is Alewijn aangekomen na 1000 m fietsen?

1. 10 m
2. 20 m
3. 30 m
4. 50 m

Tot welke hoogte gaat de fietstocht?

Tussen welke tijdstippen steeg de bloedsuikerspiegel het snelst?

Aan de slag !

Maak huiswerk paragraaf 4.4

Vraag 20 t/m 24

Blz. 142, 143, 144