Functiewoorden

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

H. 17 Functiewoorden

Je leert wat functiewoorden zijn en hoe ze je helpen om de structuur van een tekst te herkennen. 

Slide 2 - Slide

Inleiding: Schrijver probeert je nieuwsgierig te maken, zodat je verder gaat lezen. 

Kern: Hier bespreekt de schrijver het onderwerp van de tekst. 

Slot: Conclusie, samenvatting, advies (of een combinatie). 

Slide 3 - Slide

En daarom raad ik iedereen aan om meer televisie te kijken.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 4 - Quiz

Televisie kijken biedt bovendien veel ontspanning.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 5 - Quiz

Het is duidelijk: televisie kijken is de beste invulling van je vrije tijd.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 6 - Quiz

Veel mensen zullen het gevoel herkennen: zo veel kanalen en toch zo weinig leuke programma's op tv.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 7 - Quiz

Functiewoorden: functie van tekstdeel/alinea. De schrijver vertelt wat je kan verwachten. 

Aanleiding, voorbeeld, afweging, anekdote, argument, constatering, definitie, gevolg, nuancering, oplossing en verklaring. 


Slide 8 - Slide

Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Maak opdracht 1 en 2 (blz. 71).


timer
12:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke talen spreek je?

Slide 11 - Mind map

1. Lees mee met de tekst op blz. 72. 

2. Maak opdracht 6 en 7 (blz. 73). 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
timer
15:00
Eerder klaar? Maak opdracht 8

Slide 12 - Slide