Hoofdstuk 3 Politieke Revoluties

Hoofdstuk 3 Politieke Revoluties
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Politieke Revoluties

Slide 1 - Slide

Wat zie je?
Op deze prent zie je de Nederlandse stadhouder Willem V, rustend tegen geldzakken, omringd door oranjeappeltjes in een potje en in de wolken vrouwen die hem verwennen en die zwanger zijn. Wat zou hierin de mening van de tekenaar zijn over de stadhouder?

Slide 2 - Slide

leerdoelen voor dit hoofdstuk
1. Je herkent denkbeelden van de Verlichting
op het gebied van politiek, godsdienst en sociale
verhoudingen in voorbeelden
2.  Je legt een relatie tussen het
Verlichtingsdenken en het streven naar
grondrechten en politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse Revolutie
Dat betekent dat we paragraaf 1, 2 en 3 moeten doen

Slide 3 - Slide

paragraaf introductie
Deze paragraaf geeft in bronnen aan wat het onderwerp van het hoofdstuk is. 
Instructie is gezamenlijk, we maken alle vragen en bespreken ze samen

Slide 4 - Slide

paragraaf 1 De verlichting (leerdoel 1)

Slide 5 - Slide

Toelichting
Op de prent zie je een plattegrond van de maatschappij der weldadigheid. Dat is een duidelijk voorbeeld van de verlichting. Deze maatschappij werd opgericht in 1818 om de armoede te bestrijden door werk te bieden en onderwijs en zorg te geven aan arme Nederlandse gezinnen. Het geld kregen ze door een soort van crowdfunding, Frederiksoord was niet de enige kolonie. Onderwijsverplichting voor alle kinderen en zorg voor zieke werknemers was in die tijd echt niet normaal. Het gebeurde verder nergens, behalve in die koloniën. Het hoort bij het idee Vrijheid, Gelijkheid en een menswaardig bestaan voor iedereen.

Slide 6 - Slide

belangrijk
Paragraaf 1 gaat dus over de Verlichting. Je moet de idealen van de Verlichting kunnen herkennen in bronnen. 
Dat bereiken we door de leerdoelen uit de paragraaf uit te leggen in eigen woorden en door de vragen te maken. Blauwe woorden horen ook bij je kennis.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

paragraaf 2 De Franse Revolutie

Slide 9 - Slide

toelichting
Dit is een schilderij van Delacroix, waarin Marianne de Franse troepen naar de overwinning leidt. Marianne is het symbool van de vrijheid en daarmee van de revolutie, vandaar de muts met cocarde op haar hoofd en haar rare jurk. De Fransen gebruiken haar beeltenis nog steeds en ze zoeken daar vaak een bekende Franse vrouw voor uit om model te staan.

Slide 10 - Slide

belangrijk
Kijk naar de leerdoelen. Als je de idealen van de Verlichting in de Franse Revolutie wilt herkennen, moet je weten wat de oorzaken van de Revolutie zijn, je moet weten welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren. Dat de Revolutie een schrikbewind werd is interessant, maar niet het belangrijkste. Ik leg uit, daar mag je naar luisteren, je mag ook gaan lezen, leerdoelen uitwerken en vragen maken. Vergeet de blauwe woorden niet.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

paragraaf 3 De Bataafse Revolutie

Slide 14 - Slide

Toelichting
Op de prent zie je een tekst 'Aan het volk van Nederland'. De tekst gaat over verlichte idealen voor de regering van Nederland. In eerste instantie is het anoniem, maar later kwam men erachter dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol de schrijver was. Het was ook de tijd van de schrijfster Belle van Zuylen. Dus ook het beeld van vrouwen was aan het veranderen.

Slide 15 - Slide

Belangrijk
Ook hier moet je de idealen van de Verlichting kunnen herkennen. Dat kan als je weet wat patriotten zijn, en welke kritiek ze hadden op de situatie in de Republiek. Je kunt ook de idealen herkennen aan de veranderingen die het gevolg zijn van de Bataafse Revolutie. Die gevolgen zijn er wel (zie Frederiksoord) maar waarom de Revolutie uiteindelijk mislukte moet je ook weten.

Slide 16 - Slide

Dus:
Ik leg uit, daar mag je naar luisteren. Je mag ook altijd om extra uitleg vragen. Verder kun je de stof zelf verwerken door de leerdoelen uit te werken, de vragen te maken en de blauwe woorden op te schrijven. Je hoeft niet alles te doen, mar gebruik wel je hersens en doe datgene waar jij het meeste van leert en werk veel in de les. Je mag alleen vragen maken overslaan als je dat aan mij kunt uitleggen.

Slide 17 - Slide