Werking van een thoraxdrain

Inbrengen en werking van een thoraxdrain
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Inbrengen en werking van een thoraxdrain

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een thoraxdrain?
Een thoraxdrain is een slangetje dat in de borstholte wordt geplaatst om vocht of lucht te verwijderen.

Slide 2 - Slide

Leg kort uit wat een thoraxdrain is en waarvoor deze gebruikt wordt.
Wat weet je al over thoraxdrains?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de taak van de verpleegkundige voor/tijdens het inbrengen van de drain?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wanneer wordt een thoraxdrain geplaatst?
Pneumothorax
Hemathothorax 

Slide 5 - Slide

Geef aan bij welke klachten een thoraxdrain geplaatst wordt.
Hoe wordt een thoraxdrain geplaatst?
Een thoraxdrain wordt geplaatst door middel van een kleine incisie tussen de ribben.

Slide 6 - Slide

Leg kort uit hoe een thoraxdrain geplaatst wordt.
Hoe werkt een thoraxdrain?
Een thoraxdrain creëert een vacuüm in de borstholte waardoor vocht of lucht uit de borstholte naar de opvangzak wordt gezogen.

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe een thoraxdrain werkt.
Complicaties
Mogelijke complicaties zijn bloedingen, infecties en pijn.

Slide 8 - Slide

Benadruk de mogelijke complicaties van een thoraxdrain.
Verzorging thoraxdrain
Was je handen voor en na het verzorgen van de thoraxdrain en zorg ervoor dat de opvangzak onder het niveau van de borstkas blijft.

Slide 9 - Slide

Leg uit hoe de thoraxdrain verzorgd moet worden.
Verwijderen van de thoraxdrain
Het verwijderen van de thoraxdrain gebeurt meestal na een paar dagen als er geen vocht of lucht meer uit de borstholte komt.

Slide 10 - Slide

Leg uit wanneer de thoraxdrain verwijderd kan worden.
Oefening
In tweetallen oefenen met het verzorgen van een thoraxdrain.

Slide 11 - Slide

Laat de studenten in tweetallen oefenen met het verzorgen van een thoraxdrain. Zorg voor voldoende materiaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.