regelmatige werkwoorden -er Frans

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programme
  • le nouveau chapitre
  • le vocabulaire;
  • lire et écouter;
  • les verbes.

Slide 2 - Slide

le nouveau chapitre
page 60

Slide 3 - Slide

Liste de vocabulaire
Vocabulaire B (page 90)

Slide 4 - Slide

Lire et écouter
page 62

Slide 5 - Slide

de regelmatige ww  


 
de regelmatige werkwoorden op -er.

Slide 6 - Slide

Les buts
  • Aan het einde van deze LessonUp weet je met welke stappen je een regelmatig werkwoord op -er vervoegt. 
  • Heb je geoefend met het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -er.
  • Ken je de uitzonderingen en bijzonderheden bij regelmatige werkwoorden op -er.

Slide 7 - Slide

Le verbe parler
Regelmatige werkwoorden op -er. Er is een regel!
Stap 1: haal -er van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > e/es/e/ons/ez/ent

Slide 8 - Slide

Stap 1: vind de stam
Haal -er van het werkwoord af.
Bijvoorbeeld: écouter --> écout = stam

Slide 9 - Slide

Stap 2: kies de juiste uitgang 
je  stam +e
tu stam +es
il / elle / on stam +e
nous stam +ons
vous stam +ez
ils / elles  stam+ent
stap 3: schrijf de stam + de juiste uitgang op!

Slide 10 - Slide

voorbeelden van
werkwoorden in het Frans

Slide 11 - Mind map

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 12 - Drag question

Wat is het hele werkwoord van:
regardent

Slide 13 - Open question

Nous (écouter)

Slide 14 - Open question

Je (trouver)
A
trouve
B
trouves
C
trouvez
D
trouvent

Slide 15 - Quiz

vous (donner)
A
donnons
B
donnez
C
donnent
D
donnes

Slide 16 - Quiz

Fabien et Amélie (chercher)
A
cherchons
B
cherchez
C
cherchent
D
cherches

Slide 17 - Quiz

Elle (aimer)
A
aimes
B
aimet
C
aime
D
aiment

Slide 18 - Quiz

Tu (donner)
A
donnes
B
donne
C
donn
D
donnez

Slide 19 - Quiz

Paul (parler)
A
parles
B
parlons
C
parle
D
parlent

Slide 20 - Quiz

Nous (aider)
A
aide
B
aidons
C
aides
D
aidez

Slide 21 - Quiz

La fin...
Fais les exercices 16 A, 16 D en 17 (page 72).

Klaar? Slim stampen voca B van h2.

Slide 22 - Slide