Vertel wat je vandaag hebt gedaan. Gebruik de Presente Perfecto:
- Wat heb je gegeten en gedronken?
- Waar ben je geweest?
- Wanneer heb je ontspannen?
- Wanneer heb je thuis gebleven?(Ochtend/Middag/s'avonds)
- Wanneer heb je je huiswerk gedaan.
- Wat heb je s'nachts gedaan.
--> Schrijf de tekst in je schrift!