Aardrijkskunde - landschapszones

AARDRIJKSKUNDE
Periode 10
Les 5.1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

AARDRIJKSKUNDE
Periode 10
Les 5.1

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
Jullie kennen de vijf klimaatzones (A, B, C, D en E) van Köppen.

Jullie kunnen met behulp van het stappenplan klimaatzone en een klimaatgrafiek ontdekken welke klimaatzone in een gebied/plaats heerst.

Slide 2 - Slide

A
B
C
D
E
Tropische regenklimaten
Droge klimaten
Zeeklimaten
Polaire klimaten (eeuwige sneeuw en hooggebergte)
Continentale klmaten

Slide 3 - Drag question

Hoe ver ben je met de eindopdracht?
A
Vraag 1 t/m 3 zijn af.
B
Vraag 1 t/m 4 zijn af.
C
Vraag 1 t/m 5 zijn af.
D
Vraag 1 t/m 6 zijn af.

Slide 4 - Quiz

Vandaag
Jullie weten op basis waarvan landschapszones onderscheiden worden.

Jullie kennen de zes verschillende landschapszones

Slide 5 - Slide

instructie landschapszones

Slide 6 - Slide

Bij een klimaat hoort een landschap
Hiervoor zijn de landschapszones!

Landschapszones zijn grotere gebieden die te onderscheiden zijn op basis van klimaat, bodem en natuurlijke plantengroei.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Polaire zone
Bestaat uit poolstreken (land- en zeeijs) en toendra.


Slide 9 - Slide

Boreale zone
Toenda bestaat bijna hele jaar uit bevroren bodem permafrost.

Slide 10 - Slide

Gematigde zone
Veel temperatuurverschillen; dus veel loofbos of naaldbos. Taiga is overgangsgebied voor loof- en naald.

Slide 11 - Slide

Subtropische zone
Warmer en dus een mediterrane plantengroei.

Slide 12 - Slide

Aride zone
Bestaat uit woestijn en steppe.
Woestijn heeft alleen begroeiing bij oases; verder zand, grond of rots. Steppe is bevat voor grassen en lage struikjes. 

Slide 13 - Slide

Tropische zone
Tropen bestaan uit een warm en vochtig klimaat.
Ook savanne waar meer graslanden te vinden zijn en minder neerslag valt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke klimaat-landschapszones kan je matchen?
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Zeeklimaat
Continentaal klimaat
Polair klimaat
Tropische zone
Boreale zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 16 - Drag question

Voorbereiding volgende les
Deze week moet vraag 7 gemaakt worden.

Dat betekent: vraag 1 t/m 6 nog niet af? Zorg ervoor dat je daar hard aan gaat werken! 

Slide 17 - Slide