C0100 Laatste les

C0100 Laatste les
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

C0100 Laatste les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welzijn is op verschillende manieren in te delen.
A
Lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn
B
Materieel, sociaal en cultureel welzijn.
C
Lichamelijk en psychisch welzijn.
D
Alle genoemde vormen vallen onder welzijn

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Agogiek is de leer van het begeleiden, aansturen of mogelijk maken van veranderingsprocessen bij mensen, zodat deze mensen meer grip op hun leven krijgen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Communicatie
A
is het middel waarmee de informatie wordt verstuurd.
B
is de persoon die de informatie ontvangt.
C
is de persoon die de informatie verstuurt.
D
is het doorgeven van informatie.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Als je non-verbale communicatie niet in overeenstemming is met je verbale communicatie.

Van welke communicatie is er sprake?
A
Troebele communicatie
B
Tegenstrijdige communicatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van de WLZ?
A
Recht op zorg aan mensen die blijvend zijn aangewezen op 24 uur per dag zorg
B
Zorg waar nodig is, en ook de cliënt een dag alleen kunnen laten.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de WLZ?
A
Deze wet regelt de zorg voor mensen die ‘blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid’
B
Gemeenten hebben de plicht om jeugdhulp en ondersteuning te bieden. Dit doet de gemeente in de vorm van lokale teams (sociaal wijkteam)
C
Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder deze regeling
D
Deze wet regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Een Reken-raadsel
Wat staat er op de plaats van het vraagteken?

A
18
B
23
C
28
D
32

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een CVA
A
Een verzamelnaam voor spierziekte
B
Een auto-imuunziekte
C
Een bloeding in het hoofd door een ongeval
D
Een verzamelnaam voor een herseninfarct en hersenbloeding

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn geen restverschijnselen van een CVA?
A
Afasie
B
Decubitus
C
Verlamming
D
Dementie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de meest geziene symptomen van CVA?
A
Koorts, hoesten en kortademigheid
B
Scheve mond, verwarde spraak en verlammingsverschijnselen
C
Pijn op de borst, zweten en hartkloppingen
D
Hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een voorschrift en een protocol?
A
Een protocol is wetenschappelijk en een voorschrift praktisch.
B
Een protocol is dwingender dan een voorschrift.
C
Een voorschrift is dwingender dan een protocol.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Naast hygiënisch werken moet je ook veilig werken. Op wie heeft veilig werken betrekking?
A
de zorgvrager
B
de zorgverlener
C
beiden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wie is verantwoordelijk voor veilig werken?
A
de werknemer
B
de werkgever
C
de werknemer en de werkgever

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

6. We hebben de ARBO besproken.
De ARBO-wetgeving gaat over ?
A
gezondheid
B
welzijn
C
veiligheid
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is methodisch werken?
A
De zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgorganisatie
is verplicht om een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te hebben.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Twee wetten verplichten alle zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vast te stellen. Dat zijn de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Jeugdwet.
De meldcode huiselijk geweld moet je gebruiken als je..
A
Met minderjarigen werkt
B
Met volwassenen en ouderen werkt
C
Met verstandelijk beperkten werkt
D
De meldcode geldt voor álle doelgroepen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat helpt bij een bipolaire stoornis?
A
Veel met vrienden afspreken
B
een vast dagritme aanhouden
C
Je door je gevoel laten leiden
D
ik weet het niet

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

NAH
A
normale ademhaling en hartslag
B
na hoofdletsel
C
Niet Aangeboren Hersenletsel
D
wat jammer...

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat kunnen mensen met autisme beter dan mensen zonder autisme?
A
Contact maken met anderen
B
Details zien
C
Prikkels verwerken
D
Met veranderingen omgaan

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Is autisme hetzelfde als
autisme-spectrum-stoornis (ASS)?
A
Nee. ASS heeft een andere betekenis
B
Ja. Dit heeft dezelfde betekenis.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan je iemand
helpen
met financiële
problemen?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekent diversiteit?
A
Uniformiteit
B
Eenheidsworst
C
Gelijkheid
D
Verschillen tussen mensen op het gebied van bijvoorbeeld afkomst, cultuur of geslacht.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is diversiteit belangrijk in een organisatie?
A
Het vermindert de creativiteit
B
Het zorgt voor verschillende perspectieven en ideeën.
C
Het maakt het werk eenvoudiger
D
Het vermindert conflicten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke symptomen van schizofrenie?
A
Depressie
B
Verwardheid
C
Wanen
D
Hallucinaties

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zijn sociaal recreatieve activiteiten belangrijk?
A
Ze hebben geen invloed op het mentale welzijn
B
Ze dragen bij aan het welzijn van mensen
C
Ze zijn puur voor vermaak
D
Ze verhogen altijd de fysieke fitheid

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Het CIZ is...
A
Contact indicering zorg
B
Centrum indicatiestelling zorg
C
Centrum individuele zorg
D
Contact indicatiestelling zorg

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij het CIZ kun je een indicatie aanvragen voor de Wlz?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is participatie?
A
Opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen.
B
Het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.
C
Mensen met een specifieke achtergrond eisen gelijke rechten op.
D
Deelname aan een bepaalde activiteit.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions


Wie geeft de WLZ indicatie af?
A
Gemeente
B
Een arts
C
Centrum Indicatiestelling zorg (CIZ)
D
Centraal Administatie Kantoor (CAK)

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Cultuur =
Cultuur = 
A
Iets anders geloven dan de rest
B
De normen van een volk (regels)
C
De gewoontes van een groep mensen
D
Waarden van een volk

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Laatste vraag:
Dit is een......
A
Krententulband uit Delft
B
Pofkoek uit Spakenburg
C
Griekse galatopita cake
D
Turkse Revani cake

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions