Vervpleegtechnische vaardigheden bijzondere infusen

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleegtechnische vaardighedenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bijzondere infusen

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

?
Wat weet je nog van de voorgaande lessen? :-)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar:
Glucose 10% is een hypertone vloeistof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer je infuusvloeistof toedient via een infuuspomp stel je deze in op
A
Druppels/ minuut
B
Milliliter/ uur
C
Druppels/ uur
D
Milliliter/ minuut

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar:
Bij een acidose is de zuurtegraad (PH) van het bloed te laag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van een Isotone infuusvloeistof

A
Nacl 0.9%
B
TPV
C
Na Cl 2,5%
D
Gluc 5%

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Benoem twee complicaties die bij infusie kunnen optreden

Slide 33 - Open question

subcutaan lopen 
sepsis
embolie
flebitis
infectie
allergische reactie
overvulling

Waar wordt de port-a-cath geplaatst?
A
Vene, bovenarm
B
Arterie,borstkas
C
Arterie, bovenarm
D
Vene, borstkas

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

CVC lijn wordt gebruikt bij..
A
Zeer geconcentreerde vloeistoffen toedienen
B
TPV toedienen
C
Medicatie toedienen
D
Bloed afnemen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bloedplasma dien je toe bij ernstige brandwonden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat kunnen contra-indicaties bij het infuus prikken zijn?

Slide 37 - Open question

littekens
shunt
hemiparese
okselkliertoilet
moedervlekken
wonden

20 druppels nacl 0,9% = 1 ml
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

16 druppels bloed = 1 ml
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions