In Frankrijk leidden verlichtingsideeën in de 18e eeuw tot verzet tegen de standensamenleving. Die stelde de 3e stand achter, een situatie waar ook verlichte vertegenwoordigers van de elite niet meer achter konden staan. Naar aanleiding van een acute financiële crisis besloot Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal bijeen te roepen, maar de verdeelde elite had geen antwoord op de problemen. Het gevolg was een tweetal revoluties, waarvan de eerste in 1789 resulteerde in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger en in de grondwet van 1791. In deze periode werd Frankrijk een constitutionele monarchie met censuskiesrecht en zonder privileges voor de standen.