1: lees, bekijk of beluister het origineel nauwkeurig. Bepaal of je het in één deel kan samenvatten, of niet. Bijvoorbeeld per paragraaf.
2: Formuleer het onderwerp en de hoofdgedachte van het samen te vatten stuk.
3: Markeer welke woorden/zinnen/beelden passen bij de hoofdgedachte of maak aantekeningen.
4: Markeer hoofdzaken en maak aantekeningen. Soms wel voorbeelden; deze helpen je dingen gemakkelijker te onthouden.
5: Kies een vorm: lopende zinnen, dots, schema.
6: Denk na over de opbouw. Chronologie maakt je samenvattingen logischer.
7: Herlees of bekijk je samenvatting en controleer of de belangrijkste informatie uit het origineel behouden is gebleven.