What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
extra oefenen
Oefenen
H6 + extra grammatica
1 / 52
next
Slide 1:
Slide
frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
52 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefenen
H6 + extra grammatica
Slide 1 - Slide
Hoe
Hoeveel
Wanneer
Waar
Waarom
Wat
Wie
Qu'est-ce que
Quand
où
Qui
Combien
Pourquoi
Comment
Slide 2 - Drag question
Kies nu steeds het juiste vraagwoord.
Tip: Het antwoord helpt je bepalen wat de vraag moet zijn..
Soms kan het - zijn, als er geen vraagwoord in de zin hoort.
Slide 3 - Slide
Tu as ..... de frères?
J'ai deux frères.
A
combien
B
comment
C
quand
D
qui
Slide 4 - Quiz
....tu regardes Friends sur Netflix?
C'est drôle!
A
quand
B
pourquoi
C
combien
D
qui
Slide 5 - Quiz
....vous mangez?
On mange une pizza.
A
-
B
pourquoi
C
qu'est-ce que
D
quand
Slide 6 - Quiz
Ton anniversaire, c'est ...?
C'est en janvier.
A
qui
B
quand
C
où
D
combien
Slide 7 - Quiz
Paris, .....c'est une ville?
Oui, c'est une ville.
A
où
B
qu'est-ce que
C
pourquoi
D
-
Slide 8 - Quiz
...habite à Paris et ...habite à Nice?
Marc habite à Paris et Marilène habite à Nice
A
qui
B
où
C
comment
D
quand
Slide 9 - Quiz
...tu vas au collège?
Je vais à vélo.
A
combien
B
qu'est-ce que
C
comment
D
où
Slide 10 - Quiz
...est mon sac à dos?
Il est dans la cuisine.
A
-
B
où
C
qu'est-ce que
D
comment
Slide 11 - Quiz
Madame Dupont, c'est ...?
C'est la prof de géo.
A
qui
B
où
C
qu'est-ce que
D
-
Slide 12 - Quiz
....vous pouvez répéter, s'il vous plaît?
Oui, bien sûr!
A
quand
B
-
C
comment
D
pourquoi
Slide 13 - Quiz
Kies steeds het juiste antwoord
Slide 14 - Slide
Tu es où?
A
à dix heures
B
à pied
C
au collège
D
c'est difficile
Slide 15 - Quiz
Pourquoi tu n'aimes pas la géo?
A
à dix heures
B
à pied
C
au collège
D
c'est difficile
Slide 16 - Quiz
Tu manges quand?
A
à dix heures
B
au collège
C
sympa
D
c'est difficile
Slide 17 - Quiz
Comment tu vas au collège?
A
à dix heures
B
à pied
C
au collège
D
c'est difficile
Slide 18 - Quiz
Elle est comment, Mireille?
A
c'est ma soeur
B
c'est difficile
C
sympa
D
au collège
Slide 19 - Quiz
être
Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
jij bent
Jullie zijn
hij is
ik ben
zij zijn
wij zijn
Slide 20 - Drag question
zoek de juiste vertalingen bij elkaar
nous avons mangé
vous avez parlé
j'ai regardé
ils ont habité
we hebben gegeten
jullie hebben gepraat
ik heb gekeken
ze hebben gewoond
Slide 21 - Drag question
Wat betekent het werkwoord
ALLER ?
A
hebben
B
nemen
C
gaan
D
zijn
Slide 22 - Quiz
Is het werkwoord ALLER
een regelmatig ww-er?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
dus, kan ik de regel:
- maak stam (hele ww-er)
- uitgangen e-es-e-ons-ez-ent
gebruiken bij ALLER?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Nee, die regel kun je niet toepassen!
Het werkwoord ALLER is namelijk ONREGELMATIG.
Dus hij heeft zijn eigen vervoegingen.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Vous .... à la gare?
A
allons
B
vont
C
va
D
allez
Slide 27 - Quiz
Oui, nous ...à la gare.
A
allons
B
allez
C
vont
D
va
Slide 28 - Quiz
Tu ... au Mc Do?
A
vais
B
va
C
vas
D
vont
Slide 29 - Quiz
Non, je ne ...pas au Mc Do.
A
vas
B
vais
C
va
D
alle
Slide 30 - Quiz
Les copains ....au terrain de foot.
A
vont
B
allent
C
allons
D
vent
Slide 31 - Quiz
Monsieur Petit .....à Paris en voiture
A
allez
B
va
Slide 32 - Quiz
En wat als je fiets je vervoermiddel is?
Je vais .....
A
en vélo
B
de vélo
C
à vélo
D
sur vélo
Slide 33 - Quiz
Vertaal (hou p 83 erbij):
Hij gaat met de auto
Slide 34 - Open question
Vertaal:
Jullie gaan lopend
Slide 35 - Open question
Hoe zeg je in het Nederlands dat iets binnenkort gaat gebeuren?
A
Ik gaan fietsen
B
Ik ga fiets
C
Ik ga fietsen
D
Ik gaan fiets
Slide 36 - Quiz
la cathédrale
la campagne
le château
le plan de ville
tout droit
Slide 37 - Drag question
Passé composé
Persoonlijk vnw
avoir
voltooid dlw
J' (ik)
ai
parlé
Tu (jij)
as
parlé
Il/elle/on (hij/zij/men)
a
parlé
nous (wij)
avons
parlé
Vous (jullie/u)
avez
parlé
Ils/elles (zij)
ont
parlé
Ik heb gepraat
passé composé
Slide 38 - Slide
tu (danser) zet in de passé composé
Slide 39 - Open question
nous (danser)(zet in de passé composé)
Slide 40 - Open question
Wat is de passé composé van:
je mange
Slide 41 - Open question
Vous allez regarder
A
U gaat kijken
B
Wij gaan kijken
C
Zij gaan kijken
D
Men gaat kijken
Slide 42 - Quiz
Wat is een futur proche?
A
Nous chantons
B
Nous chanterions
C
Nous avons chanter
D
Nous allons chanter
Slide 43 - Quiz
Ik ga eten
A
Vous allez manger
B
Tu vas manger
C
Nous allons manger
D
Je vais manger
Slide 44 - Quiz
wij gaan kijken =
A
nous vallons regarder
B
nous aller regarder
C
nous allons regarder
D
nous allons regardons
Slide 45 - Quiz
Futur proche
J' (ik)
vais (ga)
parler (praten)
Tu (jij)
vas (gaat)
parler (praten)
Il/elle/on (hij/zij/wij)
va (gaat/gaan)
parler (praten)
nous (wij)
allons (gaan)
parler (praten)
Vous (jullie/u)
allez (gaan/gaat)
parler (praten)
Ils/elles (zij)
vont (gaan)
parler (praten)
Toekomende tijd: futur proche ik
ga
praten...
Slide 46 - Slide
sorry, kunt u mij helpen ?
Ja natuurlijk
Ik zoek de bioscoop.
Het is rechtdoor en daarna rechtsaf.
Kunt u het herhalen?
Is het ver ?
Dan gaan we met de bus.
Excusez-moi, vous pouvez m'aider ?
Oui, bien sûr.
Je cherche la gare.
Vous pouvez répéter ?
On y va en bus .
C'est loin ?
C'est tout droit en ensuite à droite.
Je cherche le cinéma.
C'est à droite et ensuite tout droit.
Slide 47 - Drag question
Futur proche
Présent
je vais manger
Ella va habiter
Nous allons parler
Nous habitons
Il va sortir
Elle regarde
On parle
Vous allez voir
Vous marchez
Elle écoute
Tu vas regarder
elles mangent
Ils vont nager
Slide 48 - Drag question
Le pont
Gauche
Droite
Traverser
Les feux
Tout droit
Le rond-point
Slide 49 - Drag question
Vertaal:
Ik eet
Ik heb gegeten
Ik ga eten
Slide 50 - Open question
Vertaal:
wij kijken
wij hebben gekeken
wij gaan kijken
Slide 51 - Open question
sorry, kunt u mij helpen ?
Ja natuurlijk
Ik zoek de bioscoop.
Het is rechtdoor en daarna rechtsaf.
Kunt u het herhalen?
Is het ver ?
Dan gaan we met de bus.
Excusez-moi, vous pouvez m'aider ?
Oui, bien sûr.
Je cherche la gare.
Vous pouvez répéter ?
On y va en bus .
C'est loin ?
C'est tout droit en ensuite à droite.
Je cherche le cinéma.
C'est à droite et ensuite tout droit.
Slide 52 - Drag question
More lessons like this
chap 6
May 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HV1 GL6 ch6 les 4
November 2022
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
HV1 GL ch 6 les 5
November 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bron A
May 2021
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
25-06-2024
June 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1+ mercredi le 21 avril
April 2021
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les C+D Klas1
April 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 GL ch 6 les 6
May 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1