220920 spelling §1-4 herhalen + lezen §1.3

Welkom H1a! 
We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H1a! 
We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Planning eerste periode:
Spelling
§1 t/m 4
§7 t/m 11

Leesvaardigheid
§1 t/m 3


Fictie (boek lezen

Toetsen eerste periode:
Spelling
Telt 1x mee
In week 41 (rond 10 oktober)

Leesvaardigheid
Telt 2x mee
In week 44 (rond 1 november)

Fictie (boek lezen
Moet afgerond zijn.
In week 44 (rond 1 november)


Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (§1 lezen opdracht 5)
  2. Uitleg lezen §1.3 (laatste onderdeel van deze paragraaf)
  3. Oefenen lezen §1.3
  4. Pauze
  5. Oefentoetsje spelling §1 t/m 4 


Slide 4 - Slide

Opdracht 5 van lezen §1

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (§1 lezen opdracht 5)
  2. Uitleg lezen §1.3 (laatste onderdeel van deze paragraaf)
  3. Oefenen lezen §1.3
  4. Pauze
  5. Oefentoetsje spelling §1 t/m 4 (poging 2)


Slide 6 - Slide

Woordraadstrategieën?


Welke zijn er ook alweer?

Slide 7 - Slide

Zelf aan de slag met moeilijke woorden
Als je zelf een tekst gaat schrijven, dan kan je moeilijke woorden ook uitleggen.


Voorbeeld geven
Omschrijving
Synoniem gebruiken
Tegenstelling gebruiken

Slide 8 - Slide

Zelf aan de slag met moeilijke woorden
Zo vind je synoniemen:
  1. Woordenboek gebruiken
  2. www.synoniemen.net
  3. Via Word --> 

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag met moeilijke woorden
Zo vind je synoniemen:
  1. Woordenboek gebruiken
  2. www.synoniemen.net
  3. Via Word --> 

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag met moeilijke woorden
Zo maak je een tegenstelling:

  1. Een synoniem voor tegenstelling is antoniem.

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag met moeilijke woorden
Zo maak je een tegenstelling:
  1. Je kiest echt een ander woord: spontaan - berekend.
  2. Je zet een voorvoegsel voor het woord dat 'niet' betekent:
    correct - incorrect, muzikaal - amuzikaal
  3. Je verandert het voor- of achtervoegsel:
    Gevoelig - gevoelloos, pluspunten - minpunten
Een synoniem voor tegenstelling is antoniem.

Slide 12 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (§1 lezen opdracht 5)
  2. Uitleg lezen §1.3 (laatste onderdeel van deze paragraaf)
  3. Oefenen lezen §1.3
  4. Pauze
  5. Oefentoetsje spelling §1 t/m 4


Slide 13 - Slide

Aan de slag met §1 lezen
Maak van blz. 17:

Opdracht 9 (alleen)
Opdracht 11 (in tweetallen)
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Huiswerk bespreken (§1 lezen opdracht 5)
  2. Uitleg lezen §1.3 (laatste onderdeel van deze paragraaf)
  3. Oefenen lezen §1.3
  4. Pauze
  5. Oefentoetsje spelling §1 t/m 4 


Slide 16 - Slide

Oefentoetsje spelling §1-4
  1. Ga naar LessonUp.
  2. Log in > met eigen mail of met schoolaccount
  3. Gebruik de code: eiffm
  4. Kies de module spelling
  5. Ik zet de toets klaar, dit kan pas als iedereen is ingelogd.
  6. Maak de toets spelling §1-4

Klaar? Dan lees je uit je boek.


timer
15:00

Slide 17 - Slide

Huiswerk spelling:

Geen huiswerk.
Huiswerk lezen:

Maak van lezen §1 opdracht 9 en 11 (blz. 17)

Slide 18 - Slide

Volgende les:
Spelling §7
Dit gaat over: 
  • persoonsvorm tegenwoordige
    tijd
Spelling §9
Dit gaat over:
  • persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Slide 19 - Slide