8.2 optellen met negatieve getallen (H1Y)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

8.2 optellen met negatieve getallen    blz. 54 

Planning

• Herhalen opdracht  6
• Optellen met negatieve getallen
• Vragen over het huiswerk?
• Zelfstandig aan het werk 

Tekens

< is kleiner dan

> is groter dan

= is gelijk aan

  is niet gelijk aan 

  is ongeveer gelijk aan

≠

≈

Vul in: < of >
-1 ... -7

1. <
2. >

Vul in: < of >
- 0,3 ... -1/4

1. <
2. >

Vul in: < of >
-12,5 ... -12

1. <
2. >

.

Job staat op 5 en gaat 4 vooruit. Hierbij hoort de som:

5 + .... = ....

.

Tim staat op -4 en gaat 6 vooruit. Hierbij hoort de som:

-4 + .... = ....

Joost staat op 3 en gaat 8 achteruit. Hierbij hoort de som:

3 - .... = ....

OF

3 + .... = ....

Tim staat op 4 en gaat 7 achteruit. Hierbij hoort de som:

4 - .... = ....

OF

4 + .... = ....

Neem over in je schrift en vul het antwoord in: 

-3 + 9 = ...

2 + -8 = ...

5 +-6 = ...

-8 + -4 = ...

-4,5 + 5 = ...

.... + 18 = 13

-2,5 + .... = -8
wat moet er op de puntjes komen te staan?

Bereken:
-2,5 + 1 = ...

Bereken:
-3 + 15 = ...

Bereken:
7,5 - ... = -2,5

Zelfstandig werken

Lees	9.2 bladzijde 54, 55 en 56
Maak	Opdracht 8 t/m 16
Hoe	Eerst 5 min in stilte, daarna fluisteren
Tijd	20 min.
Klaar	Maak opdracht U3 bladzijde 57
Resultaat	Kijk je werk na. Uitwerkingen online

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.