WOHU KENNISQUIZ

Wat hoort er bij linnengoed?
A
Bh's en handdoeken
B
Handdoeken, dekbedovertrekken en lakens
C
Sokken en pyjama's
D
Alle antwoorden zijn goed
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
WOHUMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat hoort er bij linnengoed?
A
Bh's en handdoeken
B
Handdoeken, dekbedovertrekken en lakens
C
Sokken en pyjama's
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 1 - Quiz

Als je dit symbool ziet, mag het dan in de droger?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Wat is het juiste wasprogramma voor een wollen trui?
A
Basisprogramma
B
Voorwas
C
Wolwas
D
Basisprogramma met voorwas

Slide 3 - Quiz

Je kunt een luier voorspoelen in de toilet?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Hoe vol mag een wasmachine?
A
Helemaal vol
B
Voor de helft vol
C
20 cm ruimte over
D
5 cm ruimte over

Slide 5 - Quiz

Bij het sorteren van de was, let je op de kledingmaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Waar staat dit symbool voor?
A
Handwas 30 graden
B
30 wasbeurten
C
30 ml wasmiddel gebruiken
D
Wassen op 30 graden

Slide 7 - Quiz


Hoe lager het toerental, hoe langzamer de trommel ronddraait.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is de naam van dit voorwerp?
A
Schoenspanner
B
Schoenvormer
C
Houtenvoet
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Wat is de eerste stap als je schoenen gaat poetsen?
A
Schoenen poetsen
B
Schoenen stofvrij maken
C
Inspuiten met waterafstotende spray

Slide 10 - Quiz

Overhemden en blouses kun je het beste op een houten hanger drogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Waar hangt het vanaf of je kleding ophangt of opvouwt?
A
De beschikbare opbergruimte
B
Materiaal waar het kledingstuk van gemaakt is
C
Wensen en gewoonten van de cliënt
D
Soort kledingstuk

Slide 12 - Quiz

Mag je dit kleding stuk strijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Welk kledingstuk kun je het beste opvouwen?
A
Wollen trui
B
Blouse
C
Winterjas
D
Plooirok

Slide 14 - Quiz

Wasmachines moet je regelmatig reinigen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat staat er op een samenstellingsetiket?
A
Uit welke vezels het textiel bestaat
B
Hoe je het moet wassen
C
Hoe je het moet drogen
D
Of je het mag strijken

Slide 16 - Quiz

Wat zijn plantaardige vezels?
A
Katoen
B
Synthetisch
C
Half synthetisch
D
Wol

Slide 17 - Quiz

Het is verstandig om handdoeken op 30 graden te wassen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Suède =
A
Opgeruwde binnenkant van een dierenhuid
B
Opgeruwde bovenkant van een dierenhuid.

Slide 19 - Quiz

Voordat je wasgoed ophangt, schud je het eerst uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz