3.1 Wat maak je?

3.1 Wat maak je? (deel 1)
Meneer mr. B.J.M. Horsch

Pagina 72
timer
2:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 Wat maak je? (deel 1)
Meneer mr. B.J.M. Horsch

Pagina 72
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Wat ga ik leren?
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat produceren is
  2. ... het verschil uitleggen tussen productieweg en bedrijfskolom
  3. ... uitleggen wat toegevoegde waarde is
  4. ... btw berekenen

Slide 2 - Slide

Produceren
Produceren = het maken van goederen of leveren van diensten
  • Produceert een supermarkt?
  • Produceert een kapper?
  • Produceert een docent?
  • Produceert een marktkoopman?
  • Produceert een graan/melkboer?

Slide 3 - Slide

Meneer Horsch geeft les aan M23. Hier is sprake van ...
A
Consumeren
B
Produceren

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Productieweg en bedrijfskolom
  • Productieweg = alle bewerkingen die het brood       ondervindt van grondstof tot eindproduct
  • Bedrijfskolom = alle bedrijven die bij de                  productieweg betrokken zijn.

  • Dus de streepjes hiernaast vormen de
    productieweg en de rondjes de bedrijfskolom!

Slide 6 - Slide

Controlevraag
Vraag 1: Hoe noemen we de pijltjes?
Vraag 2: Hoe noemen we de verzameling
bedrijven?

Slide 7 - Slide

Verschillende soorten bedrijven
Industrieel
bedrijf
Dienstverle-nendbedrijf
Agrarisch bedrijf

Slide 8 - Slide

Industrieel bedrijf
Dienstverlenend bedrijf
Agrarisch bedrijf

Slide 9 - Drag question

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product.

 



  • De chipsfabrikant koopt voor € 10 aardappelen in en verkoopt de chips voor € 35. De chipsfabrikant voegt dus € 35 - € 10 = € 25 toe!

Slide 10 - Slide

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Btw (tijdens de les)
  • Btw =  belasting over de toegevoegde waarde
  • Btw = percentage : 100 x verkoopprijs zonder btw
  • Stel, je koopt een broek met een verkoopprijs zonder btw van € 60. Het btwpercentage is 19. Bereken de btw
  • Btw = 19:100 x € 60 = € 11,40
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Oefenen tijdens de les

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 14 - Slide

Wat heb ik geleerd?
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat produceren is
  2. ... het verschil uitleggen tussen productieweg en bedrijfskolom
  3. ... uitleggen wat toegevoegde waarde is
  4. ... btw berekenen

Slide 15 - Slide