This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
VWO 4 Of Course unit 1 lesson 1
Slide 1 - Slide
Today
Class work
Explanation simple past
Explanation present perfect
Independent work
Work on week task
Slide 2 - Slide
Lesson objectives
I know how to use the simple past and when to use it
I know how to make questions using the present perfect
Slide 3 - Slide
simple past
Slide 4 - Mind map
Simple past
Verleden tijd: afgesloten gebeurtenissen; meestal met tijdsbepaling erbij
Vorm: werkwoord + -ed of onregelmatige werkwoorden
Gebruik: staat er in de zin een tijdsbepaling in het verleden (yesterday, three weeks ago, when I was five, etc.) dan gebruik je de simple past. Let bij langere teksten ook op context; er hoeft niet in elke zin een tijdsbepaling te staan, maar als het allemaal in het verleden was gebruik je ook de simple past
Irregular verbs
Reference book p 180
Slide 5 - Slide
Simple past
Johnny walked to school yesterday.
Last summer we went on vacation to Rome.
When I was younger, my parents told me to be careful near busy roads.
He drove home this morning.
They made a beautiful painting together.
Slide 6 - Slide
Simple past
Vragen en ontkenningen maken
In een vraag of ontkenning heb je in het Engels altijd twee werkwoorden nodig (uitzondering: zinnen met een vorm van 'to be')
De simple past bestaat maar uit 1 werkwoord, je moet hier dus nog iets aan toevoegen.
Om vragen te maken gebruik je 'did'
Om ontkenningen te maken gebruik je 'did not' (didn't)
Na 'did(n't)' komt alleen het werkwoord, zonder vervoegingen
to be
Bij 'to be' werkt het als volgt:
tegenwoordige tijd:
I am
You are
He/she/it is
They are
We are
Verleden tijd I was
You were
He/she/it was
They were
We were
Vragen maken
Was I ...?
Were you ...?
Was he/she/it ...?
Were they...?
Were we...?
Slide 7 - Slide
Simple past
Did they go to the cinema last night?
Did she see her friend when she visited France?
They didn't walk home after school this morning.
I didn't make dinner last night, my mother did.
Slide 8 - Slide
Simple past
Let's practise!
Please fill in the correct form of the simple past in the following sentences.
Slide 9 - Slide
I ______________(to see) Star Wars last week.
Slide 10 - Open question
Nick _____(to fall) off his bike yesterday.
Slide 11 - Open question
Past Simple of: bleed
Slide 12 - Open question
Past Simple of: fly
Slide 13 - Open question
Past Simple of: ring
Slide 14 - Open question
Simple past
Any questions about the simple past?
You will be practising some more using the simple past in your book.
Slide 15 - Slide
present perfect
Slide 16 - Mind map
Present perfect
Voltooid tegenwoordige tijd
Vorm: have / has + voltooid deelwoord
Gebruik: 1. Iets is in het verleden begonnen en nog steeds bezig 2. Iets is in het verleden gebeurd maar het is niet duidelijk wanneer 3. Iets is nèt gebeurd en het resultaat is nog zichtbaar
have of has
I have
You have
He/she/it has
They have
We have
You have
voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord in het Engels:
- bij regelmatige werkwoorden: werkwoord + ed
walked, listened, travelled, etc.
- bij onregelmatige werkwoorden: eigen vorm
read, gone, made, etc.
Slide 17 - Slide
Present perfect
I have lived in the Netherlands all my life.
He has been here since three o'clock this afternoon.
They have just finished their dinner.
I have visited Paris before.
Slide 18 - Slide
Present perfect
Vragen en ontkenningen maken
Aangezien de present perfect al uit een hulp- en hoofdwerkwoord bestaat, heb je niets extra's nodig om een vraag of ontkenning te maken.
Vragen: zet 'have/has' vooraan in de zin, de rest blijft hetzelfde
Ontkenningen: gebruik 'haven't/hasn't', de rest blijft hetzelfde
Slide 19 - Slide
Present perfect
Have you seen this new TV show?
Has she been here all afternoon?
I haven't known him for five years, I have known him for ten!
It hasn't rained in over a month.
Slide 20 - Slide
Present perfect
In this lesson you only have to make questions using the present perfect.
Let's practise!
Please, make correct questions.
Slide 21 - Slide
Who/buy the newspaper ?
Slide 22 - Open question
he/meet your family yet ?
Slide 23 - Open question
she/drink her glass of water ?
Slide 24 - Open question
you/ever miss the bus ?
Slide 25 - Open question
Why he/not finish his homework?
Slide 26 - Open question
Present perfect
Any questions about the present perfect?
You will be practising some more with the present perfect in your book.